Ga naar de inhoud

Een zachte berm

Len Borgdorff schrijft en fotografeert

Menu
  • Home
  • Och heden
  • Foto’s
  • Nieuws
  • Gedichten
    • Gedichten voor de ‘Kerst’
  • Iets anders
  • Tijdens de wandeling
  • Links
Menu

Stoer

Gepubliceerd op 26/04/202526/04/2025 door Len Borgdorff

25 april 2025

Bij de Jan van Galenstraat stond ik stil om de Kardinaal de Jonghweg over te steken. Kort daarvoor had Tommy me gevraagd waarom de fietsenmaker een jaar of twee terug een nieuwe bel op mijn stuur zette zonder me daar voor te laten betalen. Hij was daar bij geweest en blijkbaar had het voorval indruk op hem gemaakt. Niet die nieuwe bel, maar dat niet betalen. Ik maakte er een verhaal van waarvan de essentie neerkwam op een combi van vriendendienst en klantenbinding, woorden die je voor een zesjarige niet moet gebruiken. Was ik vanwege dat gesprek van mijn route langs de singels afgeweken? Werd ik nog verstrooider dan ik altijd al geweest ben? Waarom nam ik niet gewoon die good old road to the Railway Museum?

Omdat ik nu toch anders was gefietst, besloot ik het onbestemde slingeren maar voort te zetten door straten te nemen die ik zelden of nooit in sloeg. Het bezoekje aan het Spoorwegmuseum zou toch al kort worden en Tommy had trouwens al weer een ander onderwerp te pakken.

Iets meer dan een uur hadden we voor het museum, maar dat gaf niet. We komen er vaker. Allereerst moesten we een speldje van het museum zien te scoren. We hadden een bon die recht gaf op een gratis exemplaar. ‘Laten we snel zijn, anders kaapt iemand net de laatste voor ons neus weg,’ zei ik, maar in het winkeltje hadden ze nog een grote pot vol. ‘De speurtocht,’ zei Tommy vervolgens. Hij had zo zijn plannen voor het bezoek. Wij liepen dus terug om bij de kassa te horen dat de speurtocht er niet meer was. Er zou een nieuwe komen, maar daar hadden we nu

niks aan. Ik was blij toe, want die vorige speurtocht deden we een paar maanden geleden ook al en dat was voor mij niet de eerste keer.

De oudste trein van Nederland bleek Tommy nog nooit gezien te hebben. Ik vertelde niet dat het om een replica ging, maar wel dat de lift die ons naar de oude Arend zou brengen en die een zogenaamde tijdmachine was, niets anders was dan een rammelend en wat duister kamertje dat een beetje trilde zonder echt in beweging te komen. Ik voelde me geroepen hem een beetje voor te bereiden op wat hem te wachten stond. Van vorige kleinkinderen weet ik dat kinderen van duisternis en onverwachte beweging bang kunnen worden. Maar als je een jaar wacht, zijn ze juist weer een beetje te groot voor de aangename spanning die het onverwachte met zich mee kan brengen. Bij Tommy leek het aanvankelijk ook zo, maar De Arend vond hij prachtig. En dat het een beetje donker was, vond hij juist leuk. Leuk spannend. Die trillende lift trouwens ook. Hij zou daar nog wel een keer in willen.

‘Dan moeten we de Stalen Monsters proberen.’ Een karretje zoals je dat bij spookhuizen tegenkomt, voert je door mijngangen en langs treinen waar je tegenop zou kunnen botsen. Inderdaad een spookhuis light. Hij genoot er meer van dan andere kleinkinderen. Toen ik hem vervolgens iets vertelde over de Vuurproef, waarbij je simultaan als treinbestuurder door de meest duizelingwekkende landschappen gaat, rende hij al voor me uit. Daar moest hij bij zijn. Ook hier zit je in een schuddende stoel terwijl je door de ramen van een trein naar een film kijkt, zo dicht op je neus dat het echt lijkt. Ik werd een beetje misselijk, Tommy wilde een tweede keer. Een wiebelende stoel kon ik nog wel hebben, die wervelende film zou me teveel worden. Daarom hield ik bij die tweede ronde mijn ogen dicht.

Zomaar wat plaatjes …

  • Contact
  • Privacy
© 2025 Een zachte berm | Aangedreven door Superbs Persoonlijk blog thema