19 juni 2025
Ook tijdens de fietstocht door Bourgogne schreef ik Och Hedens. Ik heb ze alleen niet onmiddellijk op internet gezet. Nu ik weer thuis ben, kijkt Mente ze nog even na en zoek ik er een foto bij. Ik plaats ze in groepjes, chronologisch, waarbij de laatst gedateerde bovenaan komt te staan. Dat betekent dat er onder het stukje bovenaan een of meer andere nieuw gepubliceerde te vinden zijn.

Vanaf Beaune gaan we geleidelijk omhoog, vals plat, waar we wel iets maar niet bijzonder veel van merken. Dit duurt tot Pouilly-en-Auxois. Daar krijgen we te maken met een venijnig stukje waarvan me al klimmend niet eens helemaal duidelijk is waar we dat klimmen aan te danken hebben. De grote waterscheiding die het stroomgebied van Europa van Gibraltar tot de Kaspische zee in tweeën deelt of is het de A38 die we over moeten? Als we dat laatste voor elkaar hebben komen we in de wereld van de grote waterscheiding. Het kanaal dat we al zolang volgen en dat maar iets lager ligt dan de paden waarover wij fietsen lijkt de diepte in te gaan. Het wordt een diepe smalle geul die eindigt in een tunnel. Eentje van 3333 meter lang, gegraven tussen 1826 en 1832. Wij zijn er van onder de indruk. Terwijl wij alleen maar de opening van de tunnel zien. Tegelijkertijd weten we dat we even later over die tunnel rijden, op het verste punt zelfs vijftig meter onder ons. Om de zoveel meter passeren we een stenen cilinder bedoeld voor de luchtventilatie in de tunnel. De vele plezierboten die we onderweg tegenkomen gaan dus naar deze tunnel of ze komen er vandaan. Ik vraag me af of iedereen dat wel durft, die tunnel door. Drie kilometer duurt lang als je vast niet
meer dan 15 km per uur mag varen in zo’n smalle buis, minder dan vijf meter breed. Zouden er mensen zijn die van de boot stappen om het stuk te gaan lopen? En dan vroeger, toen boten nog niet gemotoriseerd waren. Een paard ervoor, zoals bij een trekschuit, was niet mogelijk. Er werd gewerkt met kabels en bomen. Later werden boten getrokken door een boot op stoom en onderweg zien we ook nog de elektrische boot die daarvoor in 1893 in gebruik werd genomen, toen de tunnel er dus al zestig jaar was. Die tentoongestelde schuit deed bijna een eeuw lang dienst.
Een verschil met toen en nu is wel dat het in het verleden alleen om vrachtverkeer ging en niet om weekhartige toeristen. Toch moet ik ook denken aan de mensen die dit allemaal verwezenlijkt hebben, niet aan de mensen met het geld of met het genie om er aan een tekentafel iets moois van te maken, maar al die mensen met bloed zweet een tranen. Er zijn in de afgelopen eeuwen heel wat indrukwekkende projecten geweest die de nodige mensenlevens vergden. Anonieme levens. Daar is het geploeter van twee heren op leeftijd met een fiets zonder ondersteuning niets bij.
Overigens is het inderdaad te merken dat voorbij Poully het valse plat ons welgezind is. Dat zal zo blijven tot Auxerre.
Het fietsen biedt alle gelegenheid om ook nog even aan het wonder van een waterscheiding te denken, van water dat half Europa door naar de Middellandse Zee stroomt of juist de andere kant op, in de richting van de Noordzee, Oostzee en Atlantische Oceaan. Ineens bedenk ik: als we hier de waterscheiding passeren, dan moeten we dat de afgelopen week al eens eerder gedaan hebben, we fietsen immers een rondje om Bourgondë. Zou dat trouwens iets zijn, een fietsroute met de naam De Grote Waterscheiding? Die loopt dan van Gibraltar tot de Kaspische Zee, een soort internationale NAP-route.