13 november 2022

13.15 uur. Omdat zijn knie niet wil, blijft Aat maar helemaal thuis. Geen wandeling, geen Pionierspad. Wat nu?
13.45 uur. Brood op. Ik noteer in mijn boekje: ik stap op de fiets en ga naar het Singer Museum in Laren.
14.15 uur. Hoewel een gps niet nodig is, neem ik hem toch mee. Het wordt een rondje, nou ja, een platte ellips.
14.45 uur. Ik hoopte dat de angst voldoende was om het gevaar af te wenden, maar niks hoor: ik ben mijn pakje papieren zakdoekjes verloren. En wat meer is: ook het hoesje waar ze in zaten. Het was me dierbaar omdat het Mente zo dierbaar is… was. Enfin, dat is een ander verhaal. Nog even fietsen.
15.15 uur. Het is hier ongelofelijk druk en er wordt gewerkt met tijdsloten. Ik moet een half uur wachten, nu nog een kwartier. Ik zit op het terras, op een stoel zonder tafel en zonder tafel is er geen bediening.
15.45 uur. Breitner schilderde ‘Naar de markt’ in 1899. Een jonge dienstmeid vult het doek van mutsje tot knieën. Vooral de rode doek over en de mand aan haar arm valt op en dan zijn er de al net zo in het oog springende, ook al rode mouwen die uit een donkerblauwe hes steken. Amsterdam 1899. Zou dit mijn oma zijn of zat die toen al in Zuid-Afrika? Oma zal veel frêler geweest zijn dan deze dappere tante van Breitner. Mooi schilderij.
16.15 uur. Toeval? Nu sta ik voor een doek van Charley Toorop. Nee, geen toeval. Ik liep er meteen heen toen ik het zag. Ogen van Toorop, of het nu de bruine zijn van haar zelf of deze blauwe kijkers van haar mecenas mevrouw Rademacher, ogen van Toorop trekken me altijd. Ze hebben iets dwingends. Had ik haar gekend, dan zou ik Charley Toorop altijd in bewondering u zijn blijven noemen.
Ik moet zo langzamerhand weer huiswaarts.
16.45 uur. Dat de dynamo tegenwoordig in de naaf van mijn voorwiel verwerkt zit, is een intense bron van vreugde. Geen gedoe meer met draadjes, een weerbarstig wieltje of lege batterijen. Er rijdt een jonge moeder langs. Ze zegt goedendag, misschien omdat ze een beetje bang is van die vent langs dit bospad. Er zit een meisje veilig achterop bij haar moeder. Aan een touwtje dans er een ballon mee.
17.15 uur. Ik ontdek zojuist dat het schermpje van mijn gps oplicht wanneer ik het aantik, ook als het op slot zit. Ik ben een tevreden fietser.
17.45 uur. Bij Voordaan rennen dames met hockeysticks over het door felle schijnwerpers belaagde veld. Het gaat om een wedstrijd, maar behalve wat dienstdoenden ben ik de enige toeschouwer, om niet te zeggen: voyeur. Het gele blad van de beuken licht mooi op dankzij de lampen van het sportveld.
18.15 uur. ‘Ik wist dat het een keer zou gaan gebeuren,’ zegt Mente als ik haar van het hoesje vertel. Ze licht haar antwoord niet verder toe. Voor ik mijn schoenen uittrek, zet ik de vuilnisbak alvast aan de straat. ‘Aan de straat.’ Zo heet dat.
* De tentoonstelling De nieuwe vrouw is nog te zien tot 8 januari. Singer Museum – Laren.
Ik ga er nog een keer heen om er wat rustiger rond te lopen. De site vertelt dat reservering verplicht is. Ik zou het maar doen.