Och Heden – 1 mei 2023
De spreekster vroeg zich af als losse flodder wat een hand zoal te doen vindt en om het nét iets minder dan dat te laten lijken gaf ze er ook nog een voorbeeld bij. Ze zei: iets schrijven met een pen op het papier bijvoorbeeld. En alsof ze mijn gedachten raadde, voegde ze er onmiddellijk aan toe: of getikt op een toetsenbord. Daarna ging het niet meer over de hand.
Dat schrijven, of het nu met een pen gebeurde of met behulp van toetsen, zei natuurlijk iets over de spreekster. En inderdaad, die schrijft veel. Maar ook voor haar gehoor kon ze er waarschijnlijk nog aardig mee wegkomen.
In Onstwedde doen veel vingers heel andere dingen en in het Westland grijpen stevige handen kordaat maar handig gewassen bij hun lurven. Wat zou de spreekster gezegd hebben bij een bakkersvereniging, voor een clubje kasteleins, bij slagers of bij vergeten groenteboeren. Vanuit het lokaal op de lagere school hoefde ik maar even naar buiten te kijken om groenteboer Verhoog te zien. Wat had die een verschrikkelijke baan. De man moest voor dag en dauw zijn bed uit om op de veiling aan verse waar te komen. Altijd moest hij weer sjouwen met grote houten kisten, die vol waren van het een en ander. Ik zag hem lopen. De opslag was achter de winkel en vandaar liep hij heen en weer naar de straat om de kar te vullen waarmee hij langs de deuren moest. ‘s Zomers liep het zweet over zijn gezicht, in januari vroren zijn verweerde handen vast aan het hoekige hout.
Mijn gedachten brachten mij bij de slaven van de heren Hein, Hello Fresh of Jumbo, die met hun karren door de straat waggelen, bestuurd door handen die voortdurend moeten pakken, tillen, slepen, verplaatsen, uit de auto, het pad op.
Misschien hebben mijn handen inderdaad wel als hoofdtaak het ronddansen op een toetsenbord.Schrijven met potlood of pen doe ik diep in mijn hart overigens liever, al kun je dat aan mijn handschrift niet aflezen. Verder willen mijn handen wel eens moeilijk doen over een fietsstuur of bij het opendraaien van een jampotje. Een pot pindakaas gaat al veel beter. Ach ja, die handen.
Toch mogen die van mij niet klagen. Zij beginnen de dag met strelen. Toen ik dit bedacht, was ik met mijn hoofd al mijlenver verwijderd van de spreekster. Dat zul je wel begrijpen. Het oog dient al vrij snel de affectie. Of nee, omgekeerd: veel schoons is bedoeld voor het oog! Of voor het oor. Kunst leeft bij de gratie van oog en oor. Die staan blijkbaar hoger in de hiërarchie.
Als het om geur gaat, denk ik niet aan kunst, maar wel is daaromheen een hele industrie ontwikkeld om ons reukvermogen welgevallig te zijn. Over proeven hoef ik het dan niet eens meer te hebben, maar voor onze tastzin, voor het voelen, wordt vooral alleen iets bedacht om de boel een beetje te ontlasten. Dat heet dan bijvoorbeeld warme of juist luchtige kleding of rolstoel. Voor de vreugde van het voelen, de vreugde van het hand zijn is weinig voor handen. Behalve als je de dag begint met het strelen van een rug. Het is even wat gedoe om onder een shirt te komen – dat is ook een kwestie van handigheid – maar dan heb je ook wat. Alsof de rug van mijn geliefde gemaakt is om mijn hand te dienen.
Maar goed, nu moet ik weer luisteren.