12 augustus 2022

Klein zijn ze, maar groot is hun liefde. In elk geval die voor hun grootouders en dan in het bijzonder voor hun grootmoeder. Hoe het met de liefde voor hun eventuele andere grootmoeders gesteld is, weet ik niet en het lijkt me in verband met ontmoetingen bij verjaardagen en zo verstandiger om daar nu verder geen woord aan te wijden, maar hier in huis zegeviert Mente glansrijk.
Dat is ook geen wonder, want bij Mente weet je wat je aan haar hebt, ze is aardig, vriendelijk, altijd attent, ze leest voor, speelt mee met poppenhuis en met autootjes. Altijd staat ze voor je klaar en het is een zaligheid om tegen haar aan te kruipen of om bij haar op schoot te zitten. Haar aanwezigheid is een grote bron van vreugde voor de kleinkinderen en het liefst heeft ieder kind haar voor zichzelf.
Ik persoonlijk zie haar meer als mijn geliefde, maar het ontgaat me niet dat zij als oma ongelooflijk hoog scoort. En ik begrijp dat ook. Zelf ben ik op dat punt mijn leven op achterstand begonnen, want mijn grootmoeders waren al heel lang voor mijn geboorte overleden. Ik heb in mijn kindertijd wel oudere vrouwen gekend, maar uit verhalen begrijp ik dat ik daar vooral bang voor was, al gold dat dan weer niet voor tante Anna, die helemaal geen tante was, maar de buurvrouw van drie huizen verder, en daar moet ik dan weer aan toevoegen dat ik nog meer op haar man gesteld was, maar dat is een ander verhaal.
Onderaan mijn computerscherm lees ik dat het 31 graden is. Dat voel ik ook wel. Ik kom net uit de stad om er in de uitverkoop een vest te kopen.
Omdat ik er toch was, heb ik er meteen een bruin lapje vilt gekocht, ter grootte van een a4-blad. Dat was een bestelling van Mente. Ze is namelijk van plan om een heel klein knuffeltje te maken voor een knuffel van Lucas. Jawel, een knuffel voor een knuffel.
Heel wat knuffels van kleinkinderen zijn gekleed in kleertjes die hun oma op verzoek of spontaan voor ze maakte. Vooral clubsjaals zijn populair. Maar een knuffel voor een knuffel is nieuw. Ik heb een aardig zicht op de knuffels van de kleinkinderen, want die merkwaardig gevormde, met kussenvulling volgepropte dingen worden altijd en overal mee naartoe genomen en ik ben van het vervoer, dus ik kan dat weten. Maar ik kan je niet vertellen welke van Lucas’ knuffels er straks gefêteerd wordt met een eigen knuffel.
Blijkbaar hebben hij en zijn oma het er gisteren over gehad. Dat is me ontgaan en dat verbaast me niet, want dat zal gebeurd zijn in termen alsof iets de meest vanzelfsprekende zaak van de wereld is. Dat is het ook, voor het kleine kind en ook voor die oma die ik van zo nabij ken. Het zou trouwens wel eens kunnen wezen dat juist in die vanzelfsprekendheid het geheim schuilt van de liefde van het grut voor hun grootmoeder. Zij begrijpt die kleintjes niet alleen, ze voelt en denkt en beleeft met ze mee alsof ze zelf ook nog een kleinkind is, maar dan wel eentje die wat handiger met naald en draad is dan haar eigen kleinkinderen.
Dus kocht ik in de stad, in die tergende hitte, want vermoedelijk was het in het oude centrum nog een paar graden warmer, eerst een bruin stukje vilt.
Thuis trof ik een slapende Mente aan. Het lapje heb ik stilletjes bij haar neergelegd. In de koelkast vond ik een worteltje. Dat ligt er nu naast. Vindt dat konijn in spe vast wel lekker.