9 februari 2022

Over het meisje dat Lidie lang geleden was, kan ik veel vertellen, maar nu valt me toch iets nieuws op. Wij hadden als kinderen van De Soos veel met elkaar te maken, zij en ik, al trok zij vanwege het leeftijdsverschil meer op met de anderen. Dat neemt niet weg dat ik haar dagelijks zag. Thuis, op school, in de kerk, aan het strand, tijdens onze vakanties.
Bij het digitaliseren van foto’s uit oude familiealbums ben ik nu bezig met de jaren vijftig en zestig. Er is hier en daar een intermezzo, maar de meeste foto’s werden genomen tijdens vakanties of als er ergens een feest was en dus zie je telkens weer die vrienden van De Soos en al die kinderen, onder wie Lidie.
Zij staat er nogal vaak op, valt me op, ook wel achteraf, waardoor ze geen deel lijkt uit te maken van het hoofdonderwerp van een plaatje. Maar nu zie ik pas dat Lidie heel vaak glimlachend aanwezig is. Ze kijkt toe en het is zoveel jaar na dato een plezier om naar haar te kijken.
Een foto om te laten zien wat ik bedoel, eentje die genomen werd in 1961. De man op de voorgrond, zeg maar de Banning Cocq van kunstwerk, is mijn vader. Hij sjouwt twee volle tassen en dat is heel bijzonder, want mijn vader sjouwde nooit; daar had hij anderen voor, iemand als Teunis, de vader van Lidie. Dat is de man die je rechts achter mijn vader ziet lopen. Ook hij doet iets met een tas, maar dat is duidelijk een modieuze tas die niet bedoeld is voor boodschappen.
Hij probeert die over te nemen van de fraaie jongedame die naast hem loopt, de frisse zestienjarige kopie van Juliëtte Greco, die we daarom nu maar even Juul zullen noemen. Ook een van de Sooskinderen. Daar zaten verschillende mooie meiden tussen, maar volgens de berichten stond Juul op nummer één.
Dus de man vooraan die altijd anderen laat sjouwen, draagt nu de zware tassen. Dat verklaart meteen waarom de foto werd gemaakt. De fotograaf moet begrepen hebben hoe uniek dit moment was. En waarom deed mijn vader dat? Waarom sjouwde hij die tassen? Om zijn maat Teunis galant te laten zijn tegenover Juul. En waarom was dat dan? Omdat Juul zo mooi was? Dat zal de reden niet geweest zijn. Volgens mij is het zo: Juul is zojuist met de trein aangekomen om een paar dagen vakantie te komen vieren bij ons. Behalve die tas heeft Juul ook een cadeautje meegenomen. Een fles wijn? Ik kan het niet goed zien en ik vind een fles wijn ook niet 1961-achtig genoeg. De mannen van De Soos dronken graag jenever en de vrouwen namen af en toe wat advocaat, maar wijn was alleen voor diners en Kerst. Ik twijfel dus. Wel weet ik dat de foto een paar weken na het dodelijke ongeluk van Juuls broer genomen werd. En dat verklaart eerder de voorkomendheid van Teunis.
Op de foto is iedereen tevreden, zelfs mijn sjouwende vader. Lidie, links achteraan, is zelfs meer dan dat. Als een klassieke figuur in toneelstukken bespeelt ze de vierde wand. Als een Rembrandt die zijn eigen snuit verstopt in de Nachtwacht, die ons lachend aankijkt ons zo bij de gebeurtenis betrekt. Alleen zij weet dat de foto genomen wordt.
Lidie ziet wat er gebeurt en ze geniet van het moment, van die mensen die het beste willen voor elkaar en bij wie ze zich zo thuis voelt. Ze geniet ook van de fotograaf die er blijkbaar net zo over denkt als zij.