Och Heden – 28 april 2023

Aaldrik Valom, die ongekende, aangetrouwde oudoom van Mente. Hij was zijn halve leven weduwnaar, verloor in 1926 een zoon van dertien. Toen woonde hij al in Amsterdam. En hij gaf een serie over bijbelvertellingen uit die doen vermoeden dat hij een vroom en waarschijnlijk stevig gereformeerde schoolmeester was.
Op genealogische sites kom ik alleen Klaas tegen als kind van het echtpaar Valom-Heerema. Ik had meteen een beeld van een door het leven vroegtijdig geknakte man. Toch denk ik dat de Valom die van het midden van de jaren twintig tot en met 1945 of daaromtrent hoofd was van de Juliana van Stolbergschool in Amsterdam-West dezelfde was. Op die school kom je ook de meester Nauta tegen met wie hij het eerder genoemde schoolboekje schreef. En niet alleen dat, hij schreef ook, weer samen met Nauta, een lesboekje voor Frans. Een leerling herinnert zich in ieder geval: ‘Pap-a fume un pip et le coq sur le mur.’ Een schrijfwijze die te denken geeft, hoewel een andere leerling vertelt dat die Franse lessen van meneer Valom deftig waren en dat zijn boekjes over Frans bij Thieme uitkwamen. Dus ‘oom’ Aaldrik heeft het niet gelegen.
Weer een andere leerling noemt de heer Valom een ernstige en strenge man die je nooit zag lachen. Hij was ‘Gereformeerd tot in zijn tenen. Toen mijn moeder besloot om mij naar het Hervormd Lyceum te sturen voor verdere studie moest ik per direct de school verlaten. Daar was in die tijd geen plaats meer voor op een Gereformeerde School.’
Iemand herinnert zich hoe leerlingen zich in een laantje tussen de school en de speeltuin konden ‘verschuilen voor de alziende blik van Valom. Die ging bovendien vier keer per dag voor het hek staan om leerlingen binnen te laten of weer te laten vertrekken. ‘En dan zeiden we beleefd ‘Dag meneer Val…om.’ Veel meer durfde je niet in die tijd.
Ik begrijp dat Aaldrik Valom aan de Hoofdweg woonde, niet ver van het Surinameplein. En daar woonde hij niet alleen, want op Nostalgiekrant.nl vertelt een leerling dat zij net als ‘Mijnheer Valom en zijn twee dochters en mijn moeder naar de kerk liepen en daar anderhalf uur luisterden naar ene Ds. Van der Zee die nooit wist wanneer hij “amen” moest zeggen.’ Twee dochters, die ik op genealogische lijsten niet tegenkom. Op de zojuist genoemde site tref ik een foto aan waar bij wordt vermeldt dat de tweede dame van links, op de bovenste rij juffrouw Valom is, de dochter van meester Valom. De foto werd waarschijnlijk in 1946 genomen. Toen werkte haar vader net niet meer op die school: hij ontbreekt niet alleen op de foto, ook komt vanaf dat moment zijn handtekening niet meer voor op rapporten van kinderen. Iemand vertelt dat juffrouw Valom nog bij haar vader woonde. Daarmee houdt de informatie op.
Aaldrik wordt in december 1955 ongetwijfeld op eigen verzoek begraven, tien meter bij zijn veertig jaar eerder overleden Amke vandaan, in Obergum dus, de plaats waar hij zelf nooit woonde. ‘Weduwnaar’ staat er op zijn graf, alsof hij vooral de man was die zo lang zonder zijn vrouw moest leven. Alsof hij geen vader geweest was en ook niet een leven lang schoolmeester.
En de kleine Klaas? De kans is groot dat zijn grafje al heel lang geleden werd geruimd. Waarom is de jongen indertijd niet in de buurt van zijn moeder begraven? Waarom werd hij later niet bijgezet in het graf van zijn vader? Of kon dat toen al niet meer? En die dochters. Hoe verging het de dochters?