7 februari 2022

De zijkant van de koelkast markeert de overgang van woonkamer naar de plek waar wij koken en aan tafel zitten. Aan die koelkast hangt een rekje met de laatste overlijdens- en geboorteberichten en spontane via de post bezorgde groeten waaronder altijd een gedicht van Menno. Daarboven, boven dat rekje hangt de vogelkalender van het Nieuw-Zeelandse Tiritiri Matangi.
Vorig jaar gaf dat een heel gedoe, want toen het nieuwe jaar daar was, was er nog steeds geen pakje uit dat verre land onze kant uit gekomen waarin de kalender van 2021 zat. Uiteindelijk kwam dat toch nog goed en daarom vertrouwden wij erop dat dat ook dit jaar weer zo wezen zou.
Wel viel me op dat tijdens telefoongesprekken met Waiheke, ook al een Nieuw-Zeelands eiland, niet ver van Tiritiri Matangi overigens, met geen woord gerept werd over de komst van de kalender. Er werd ook niet gevraagd of die al was gearriveerd en dat gaf te denken.
Wij van onze kant begonnen er ook niet over, want met welk recht zouden wij dat doen? Wij krijgen die kalender jaarlijks ongevraagd toegestuurd en dat nog wel om niet. Rechtelozen als wij hebben ook niet het recht om te vragen naar waar zij geen recht op hebben, toch?
Tiritiri Matangi is een eiland waar je vogels vindt die je elders nauwelijks tegenkomt. Het zijn allemaal inheemse vogels die leven in de biotoop zoals vogels daar kenden van de tijd voor er mensen kwamen om de eilanden naar hun hand te zetten door bomen te kappen en konijnen, schapen en ratten, vooral de buidelrat, de possum, aan land te brengen.
In 2013 bezochten wij dat eiland en sinds die tijd sturen Pieter en Martine, onze Kiwifamilie dus, ons de kalender toe. Bovendien krijg ik regelmatig de digitale versie van het bulletin dat de beheerders van het eiland uitgeven.
Goed, die kalender kwam dus maar niet. Nu viel dat misschien op te lossen door een oude kalender op te hangen. Maar voor een kalender waarbij data en weekdagen gelijk opgaan met die van 2022 moet je terug naar 2011, rekende ik uit, en onze eerste kalender is van 2014. Ik kon daarom maar beter net als vorig jaar een beetje geduld hebben.
Intussen weet ik beter. Ze waren te laat, onze dierbare Kiwi’s, vertelden ze dit weekend. Toen ze eind november, een beetje later dan anders, de kalenders bestelden, bleken die al uitverkocht. Nogmaals, je kunt niet zeggen dat ze iemand gedupeerd hebben, want niemand heeft recht op die gift, maar er zijn wel mensen teleurgesteld. Niet alleen wij, zo begrijp ik. De kalender ging ook naar een huishouden in Amsterdam en naar Australië.
Dat verandert de zaak en daarom ben ik zojuist toch maar weer eens naar zolder gelopen. Daar liggen de oude kalenders. Weliswaar lopen dag en datum van 2011 en 2022 synchroon, maar als we nog een paar weken wachten, dan geldt dat vanaf 1 maart ook voor het schrikkeljaar 2016. En die kalender heb ik nog. Drie weken wachten is goed te doen. Waarom zou ik? Waarom hang ik die kalender van 2016 niet meteen op? Dan klopt ie nu weliswaar nog niet helmaal, maar dat leed is zo geleden. Het valt me trouwens op dat dat jaartal alleen maar op de voorkant staat. Dat komt dan goed uit.
Ik hang hem meteen maar op.