Ga naar de inhoud

Een zachte berm

Len Borgdorff schrijft en fotografeert

Menu
  • Home
  • Nieuws!
  • Gedichten
    • Gedichten voor de ‘Kerst’
  • Foto’s
  • Och heden
  • Iets anders
  • Tijdens de wandeling
  • Links
Menu

Sorry

Gepubliceerd op 06/07/2022 door Len Borgdorff

05 juli 2022

In de aula van de school namen we afscheid van enkele oud-collega’s. De zaal zou al vroeg in de avond gebruikt worden voor de eindmusical van een naburige basisschool. Daarom moesten wij daar om vijf uur uit zijn, en begon het carrousel van stukjes, liedjes en toespraken al om twee uur. Ik houd daar wel van, ondanks de ongemakkelijke stoelen – stoelen voor de massa worden sowieso ongemakkelijk als je er langer dan een uur op moet zitten. Nogmaals, ik houd wel van die bijeenkomsten en het moment van aanvang kwam mij juist wel goed uit. Avonden breng ik liever in stilte thuis door.

Natuurlijk liep het uit. Tot tien over vijf. Dat vond ik al een buitengewone prestatie. Desondanks zag ik vlak voor het eind al hier en daar een zenuwachtige leerkracht van de basisschool rondlopen. Er was immers vijf uur afgesproken. En zij moesten het decor nog opbouwen op het podium. En zo verder.

Om de basisschool ter wille te zijn zou de nadronk voor de eigen personeelsleden niet in de hal zijn maar in de personeelskamer. Dan had de basisschool vrij baan.

Voor de verhuizing van aula naar borrelhoek trok ik mijn jasje weer aan en toen merkte ik dat mijn mobieltje er niet in zat. In mijn rugzakje zat het ook niet. Dat moest dus nog in de auto liggen. Ik ging voor alle zekerheid maar even kijken. Het was aangenaam buiten, niet zo benauwd als in de aula en ik merkte dat mijn trommelvliezen herademden van de stilte. Ik zou natuurlijk in de auto kunnen stappen om meteen weg te rijden. Maar ik moest niet flauw wezen.

Het mobieltje lag op de passagiersstoel en ik was vergeten om de auto op slot te doen. Die slordigheid wordt wel een dingetje. Ik pakte het telefoontje en legde er jas en rugzakje voor in de plaats. Die had ik niet meer nodig.

Met mijn mobiel op zak en met de zekerheid dat de auto achter me nu wel op slot was, liep ik terug. Langs het speelveld, over het schoolplein, dan de hal en de gang door die ik zo lang dagelijks nam, naar de personeelskamer. Ik rook snacks, maar toen ik binnen was, viel het me niet eens mee om te zien waar ze stonden. Ik had wel trek in iets, maar vreemd genoeg stond een snack me ook tegen. De bitterballen, bamihapjes, minisoufflés en vlammetjes lagen in de kartonnen waarin ze naar binnen waren gebracht. Het zag er verschrikkelijk uit.

Er werd hier en daar naar me gezwaaid, door mensen die ik zometeen moest vertellen hoe ik mijn tijd doorbracht als pensionado. Ik zou moeten vertellen van vrijwilligerswerk en hobby’s en kleinkinderen en gezondheid en wie ik nog wel eens sprak en ik zou net als iedereen zeggen dat ik tijd te kort kwam. Het schoot allemaal door me heen terwijl ik al die aardige mensen zag. Die mensen ook die altijd blijven stilstaan waar je beter lopen kunt. Om in een hoek van de ruimte te komen waar het wat rustiger leek, maakte ik een omtrekkende beweging langs de wand met postvakjes, waarop ik mijn naam niet meer terug vond.

Zie je wel, dacht ik, ik ben hier niet meer. Ik ben hier al lang weg.

Nog gauw heb ik een afscheid nemende collega op de schouder geslagen om daarna , langs de postvakjes en een doos met snacks, langs ruggen bij de deur, het gangetje langs de toiletten, via de nooddeur naar buiten te stappen waar stilte en frisheid me welkom heetten.

Sorry.

Zomaar wat plaatjes …

  • Contact
  • Privacy
© 2023 Een zachte berm | Aangedreven door Superbs Persoonlijk blog thema