Och Heden 18 januari 2024
Een paar maanden geleden nog maar zei iemand, hier aan de tafel waaraan ik nu zit, dat zij Dilan Yesilgöz toch wel een dappere, slimme meid vond. We zullen daar niet verder over uitweiden en ons beperken tot de opmerking dat ik dat beaamde; om mijn gesprekspartner ter wille te zijn, maar ook omdat ik dat wel vond. Een beetje. Nu niet meer.
En dat vind ik een beetje sneu voor haar. We hebben hier te maken met een meid met een kop erop, zou je denken, en dan zo lichtzinnig, bij herhaling je hand overspelen, als de tovenaarsleerling. Dat had ik haar niet gegund. Bij een Wilders zou ik dat gevoel niet hebben, bij een Van der Plas ook niet, wél bij Yesilgöz.
Het zal er mee te maken hebben dat ik een oude man aan het worden ben, zou je denken, maar het is vooral de leraar die ik was die plezier kon hebben in die bijdehante meisjes die je wel kon tegenkomen in VWO 5 of 6 en die probeerden om de wereld in het algemeen en hun docenten in het bijzonder met allerlei verbale acrobatiek te slim af te zijn.