14 maart 2024
Natuurlijk was het even een beetje spannend. Zowel vorige week als deze waren er treinstakingen geweest in Duitsland. Er hoefde maar dát te gebeuren en het was weer deut. Ook als er niet gestaakt zou worden, kon er nog van alles misgaan. De laatste jaren liep een Duitse treinreis zelden volgens plan.
De tekenen in Nederland maakten al wat onrustig. Er was al gedoe met de trein naar Groningen, waarmee we naar Amersfoort zouden reizen. Dat had te maken met een storing bij Woerden. En de trein naar Enschede gaf ook al problemen, vertelde een omroepster, vanwege een aanrijding.
De spoorwegen zijn een levend lichaam waar altijd wat mee is. Zolang ik er zelf niet de dupe van ben kan ik er ook wel sympathie voor opbrengen. Nu zag ik op spoor 12 in Utrecht hoe een conductrice met het zweet op haar voorhoofd probeerde samen met twee andere personeelsleden een net nieuw tussengeschoven treinstel aan de praat te krijgen. Intussen probeerde zij een man die het Nederlands niet en het Engels amper machtig was zekerheid te geven over zijn reis. Dat lukte niet. Dan te bedenken dat haar eigenlijke dienst nog moest beginnen! ‘Met een tiental minuten vertraging zijn we onze reis naar Groningen begonnen. We hopen de verloren tijd in te halen.’ Ze zei het zo rustig dat ik niet nalaten kon om haar even bewonderend aan te kijken toen ze tevoorschijn kwam. Dat zag ze niet. Ze had het te druk.
Op station Amersfoort kwam op een bord de
mededeling dat de trein naar Berlijn niet verder zou rijden dan Hannover. Had ik dan toch de auto moeten nemen om in Berlijn te komen? Jaap reageerde anders. Die zei dat ze dan nog drie uur de tijd hadden om een oplossing te bedenken. Die kwam er ook, want in Hannover hoefden we alleen een perron over te steken en uiteindelijk kwamen we op de geplande tijd aan op Hbf Berlijn, een station waar ik al jaren niet geweest was, maar ooit vanwege een mislukte treinaansluiting en een zwaarbepakte fiets twaalf uur heb moeten wachten. Ik heb het station toen uit en te na leren kennen, maar wist nu toch niet waar je speciale meerdaagse kaarten voor het Berlijnse openbaar vervoer kon krijgen. Wél herkende ik de desk waartegen ik op de grond gezeten leunde toen ik Mente belde om te zeggen dat ik niet op vrijdag- maar op zaterdagavond thuis zou komen, als het meezat. Mijn mobieltje was toen namelijk leeg. De dame van de desk was na enig aandringen, en dus niet erg spontaan, bereid het snoertje van mijn mobiel in een stopcontact te stoppen zodat ik het thuisfront van mijn vertraging op de hoogte kon stellen.
Maar vandaag gaat het ook in Berlijn zelf allemaal geolied. Met de metro en met onze benen. Wel moesten we ’s avonds heel lang op ons eten wachten. En dat terwijl we een heel eenvoudige maaltijd hadden besteld. ‘Mensenwerk’, zei Jaap die als horecaman duidelijk partij is, maar het zit ook wel in zijn aard om voor heel veel begrip op te brengen. Hij beschikt over een groter relativerend vermogen dan zijn vader. De verloren tijd hebben we gedeeltelijk ingehaald door heel snel te eten.
Gisteravond liep ik door de poort en ik vroeg me af wat ik vierentwintig uur later zou doen. Ik kon me er geen voorstelling van maken, van dat grote ongewisse. Natuurlijk kon ik dat wel, weet ik nu.