20 juli 2022

Voor een pensionado kan een schoolleven dat tien- en tientallen jaren voortduurde onaanraakbaar ver weg lijken, ook al hoort hij nog het piepje van de deur bij het secretariaat en weet je waar een stukje plakband op een van de platen van het systeemplafond achterbleef. Iets daarvan ervaren ook leerlingen en juffen en meesters als de zomer aanbreekt. Voorbij de randen van de zomervakantie is school een gesloten sfinx, een bunker die na de oorlog niet werd opgeblazen, een zwaar teken uit andere tijden.
Daarom ben ik wat laat met dit stukje. Ik ruimde zojuist wat mailtjes op en daar trof ik er twee die ik straks prijsgeef aan de grote vergetelheid, maar voor het zover is, sta ik er nog even bij stil.
Vorige maand slaagde de kleindochter van Wil en die liet haar Facebookvrienden weten dat zij een supertrotse oma was. Supertrots las ik, want als juf mag ook Wil zijn afgezwaaid, de taal van de jeugd blijft zij volgen. En alle juffen zijn altijd superblij met hun leerlingen op wie ze ook supertrots zijn. Je leest het op sociale media en komt het tegen in de rapporten van de kleinkinderen. Super en super.
Op zaterdag 9 juli stuurde Wil mij digitaal ook nog eens apart een foto van haar blije kleindochter toe. Louise staat voor een spandoek met daarop de tekst: ‘Hoera, Je bent geslaagd!’ (‘Je met een hoofdletter.) Daaronder het logo van de school. Op het doek staat ook nog zo’n Angelsaksische afstudeerhoed afgebeeld, wat ik wel een beetje jammer vind. De tekst die deze foto begeleidde, kon niet korter zijn. ‘Topschool!’ schreef Wil. Dat Wil er zo over denkt, weet ik al vanaf het moment dat haar kleinkinderen er een voet over de drempel zetten.
En ik mag me koesteren in de vreugde die de school bij Wil oproept zodra ze de naam ervan hoort of aan haar kleinkinderen denkt, want ik heb tot mijn pensionering op die school lesgegeven. Vandaar ook dat mailtje, waaruit maar weer blijkt dat, omgekeerd, Wil aan mij denkt zodra er iets leuks met haar kleinkinderen is. Die vreugde gaat nog verder, want haar kinderen, ja, ook de moeder van de zojuist geslaagde Louise, hebben op de school gezeten waar ik bijna dertig jaar rondliep voor ik naar een andere ging.
Wat die kleinkinderen betreft is het allemaal onverdiende lof, want die liepen op het Niftarlake College rond toen ik mij al had teruggetrokken achter enkele potten met geraniums. Maar goed, als het om een feestje gaat, juich ik graag mee en wil ik best dankje, dankje zeggen voor iets waaraan ik part noch deel had.
Wel leek het me leuk om het vrolijke berichtje door te sturen naar de administratie, ook bij wijze van vakantiegroet. Ik was er de dinsdag daarvoor nog geweest voor een personeelsfeestje. Ik schreef: ‘Dit berichtje kreeg ik van een vriendin, de oma van genoemde Louise. Leuk berichtje dat ik maar even doorstuur.’ Daaronder deed ik een groet en zette ik mijn naam.
De maandag daarop al kreeg ik dit berichtje terug:
‘Een erg leuke foto, hartelijk dank. Met vriendelijke groet, Administratie Niftarlake College’.
Het was duidelijk: de vrouw (ik zag er dinsdag geen man achter het bureau zitten) had er geen idee van wie dat nou toch was geweest, die man of vrouw die dat fotootje van de kleindochter van een vriendin had gestuurd.
De psalmist zegt het aldus:
‘[…] gelijk, alzo bloeit hij. Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer.’