02 november 2022

Poeh is een jaar of tien geleden via de vrijmarkt tot ons gekomen. Hij moest één euro opbrengen en misschien ook kreeg Mente hem mee voor 50 cent.
Hij heeft een tijdje op een klein stoeltje in de huiskamer gezeten maar zijn vaste plek werd een zolderkamer. Waar hij intussen door vijf kleinkinderen met enig welgevallen is waargenomen. Een, twee en soms drie keer per week kwam hij, temidden van andere knuffels in het ledikantje daar terecht. Er waren zelfs tijden dat hij dat hele bedje niet uitkwam, maar nu staat dat er niet meer en zit Poeh bijna alleen nog maar in het stoeltje dat ooit in de huiskamer stond.
Hij valt op tussen de knuffels. Hij is de Poirot onder de grijze muizen. En dan bedoel ik de Poirot die in de gelijknamige serie werd neergezet door David Suchet, je weet wel, die man met die gelakte snor. Daar doet deze Poeh me aan denken.
Poeh trekt de eerste aandacht met zijn markante, scherp getekende lijnen en contouren. En dat is ook zijn tragiek. Dat maakt hem niet knuffelbaar genoeg. Die tot zachte washandjes verworden aapjes en konijntjes die amper meer lijken op hoe ze ooit in de winkel werden neergezet, ze winnen het allemaal van Poeh.
Poeh mag erbij zijn, maar dan vooral om toe te merken dat hij en nooit de lievelingsknuffel mag zijn van een kind. Ook daarom ziet hij er nog zo patent uit.
Gisteren moest er een extra voorraad Playmobil van zolder gesleept worden, waarbij ook Klaas en Tommie behulpzaam waren en toen had de laatste blijkbaar ook even naar Poeh gekeken, want aan het eind van de middag, toen het tijd was om naar huis te gaan, rende Tom naar boven om even later met Poeh onder zijn arm weer beneden te komen. Of Poeh ook even mee mocht in de auto.
Ik vond dat vooral leuk voor Poeh, zo’n autoritje en de plotselinge aandacht van Tommie die het ledikantje boven ontgroeid is. Ik denk dat Poeh al had geaccepteerd dat de kinderaandacht verleden tijd was. En nu dit!
Onderweg vroeg Tommie of Poeh misschien een weekje bij hem mocht blijven. Ik hoorde Poeh in stilte juichen en natuurlijk zei ik meteen ja.
Er kwam zojuist een foto binnen. Hij is vanmorgen voor schooltijd genomen. We zien Poeh in de vensterbank zitten van Tommies kamer. Die zit aan zijn tafeltje. Hij tekent. En wat hij maakt, is een tekening van en voor Poeh. Weliswaar houdt Tommie zijn arm voor de tekening, maar je kunt de buik goed zien en boven de arm steekt nog een stukje oor van Poeh uit. Maar het is Poeh, dat zie je meteen, want met grote letters schrijft Tommie op zijn buik POO en daaronder de H.
Het valt me op dat Poeh daar in de vensterbank in Leidsche Rijn veel vrolijker, nee, gelukkiger, kijkt dan hier bij ons. Het is hem gegund.