16 januari 2023

Het begon met een berichtje dat de digitale doos waarmee ik tv kan kijken aan vervanging toe was. Het was een kwestie van een klik en ik zou een nieuw kastje krijgen, sneller dan zijn voorganger, zuiniger en ook nog eens vele malen kleiner. Alsof een schoenendoos vervangen werd door een doosje schoensmeer, zeg maar.
Vrijdag kwam het binnen; zaterdag had ik de moed om een en ander uit te proberen. Met een uurtje zou het gefikst zijn, beloofde de bijgeleverde instructie. Daar leek het ook even op, maar toen liep de boel vast. Ik herhaalde de handelingen, probeerde er met een chatrobot uit te komen, maar pas toen ik een menselijke Clara aan de telefoon kreeg, ging het weer wat beter met me. Met Clara aan mijn oor probeerde ik alles nog eens uit en omdat updates blijkbaar meer tijd vroegen, stelde ze voor dat zij me een uur later nog eens zou bellen voor het vervolg.
Dat deed ze ook, maar we kwamen ondanks resetten van mijn en boosts van haar kant niet verder. Clara ging een monteur regelen, gratis, want volgens haar hadden zowel zij als ik de instructies naar behoren uitgevoerd. Het lag niet aan ons. Die zou morgenmiddag komen, zei ze.
Intussen heb ik die afbesteld, want toen ik zaterdagmiddag een stekker lostrok om de oude doos tijdelijk in ere te herstellen, versprong het beeld, vlak voordat het zwart werd. Wat was dat? Ik duwde de stekker weer terug en het beeld floepte weer aan. Nu volhardde het niet langer in zijn bevroren toestand. Zo kwam het toch nog goed. Nou, nog niet helemaal want de nieuwe kabel van modem naar het digitale doosje schoensmeer slingerde over de vloer van kamer en gang en niet eronder. Daarvoor moest niet alleen een extra gaatje ergens onder de plint komen, ook moest ik de nieuwe kabel door de kruipruimte trekken.
Die is vijftig centimeter hoog en sinds een paar maanden gevuld met isolatiekorrels die grijze parels worden genoemd.
Om bij het luik te komen, moest eerst de servieskast leeggemaakt en vervolgens verschoven. Ik hoopte met de oude draad de nieuwe op zijn plek te kunnen trekken, alleen waren de toegangsgaatjes onder de plint en in de meterkast met het modem tamelijk hardnekkig. Het zou een hachelijk avontuur worden. Wat belangrijker was: de kabel moest ondergronds onder en over in de parels verdwenen pijpen en langs muurtjes en hij trok zich telkens vast. Dan hier, dan daar.
Dus kroop ik moeizaam in het mangat om de nieuwe kabel vriendelijk te begeleiden. Boven de vijftig gaan jaren dubbel tellen bij dit soort gedoe, merkte ik. Graag zou ik in de met parels gevulde kruipruimte gedoken zijn zoals Dagobert dat deed in zijn geldpakhuis, maar mij wachtte een moeizame tijgergang door een verkeerde ballenbak. Toen ik me over een buis van de riolering wurmde, haalde ik even diep adem. Door mijn neus. Spontaan verdwenen daar een heleboel vederlichte parels in. Ik heb het vermoeden dat er nog steeds eentje in zit, in mijn linkerneusgat.
Het was flink ploeteren en warm was het ook, tussen die korreltjes. Maar het lukte.
‘Trek alsjeblieft wat uit,’ zei Mente. ‘Die korrels zitten overal.’
En dat was ook zo. Echt, overal. Daarom klom ik uiteindelijk naakt uit het mangat omhoog. ‘Vrouw, zie uw minnaar!’ riep ik en hoopte dat ze me in de armen zou vliegen. Maar zij keek schielijk naar buiten. Of niemand ons zag.
Misschien kom ik vanavond wel op het nieuws. Ik ga zeker kijken, want dat kan weer.
Alsof er niets gebeurd is.