Och Heden – 1 augustus 2023

Ik doe er al anderhalve dag over om op zijn naam te komen. Ik verkeer weer in dagen van onbekwaamheid. Dan verdwijn ik in een mist van een bijzonder stroperige substantie. Mijn lijf wordt zwaar, het lijkt of er soepballetjes door de aderen willen en mijn hoofd… o dat hoofd. Er wil alleen nog maar iets onbestemds in blijven malen, of iets kleins dat er niet toe doet. Daar kwam deze keer die naam bij, van die, die politicus.
Bij de Tour de France Femme werd Demi Vollering mijn favoriet. Dat ligt nogal voor de hand natuurlijk, maar het heeft ook met haar naam en met haar geboorteplaats te maken. Mijn vader had als verzekeringsman ooit een aardige klantenkring van tuinders in de omgeving van Pijnacker en daar zaten heel wat Volleringetjes bij. Daarom brengt die naam me al gauw terug naar de keren dat ik als kind met mijn vader meereed. Ik heb er goede herinneringen aan. Het zou me niet verbazen als de groot- of overgrootvader van Demi Vollering ooit klant was van mijn vader. Dit is allemaal bedenkelijk sentiment van iemand die niet weet waarom het gaat bij wielrenners, maar zeg Vollering en er gaat een wereld voor me open, een wereld vol fietsen in Frankrijk en tomaten tussen Delft en Zoetermeer. Terug naar die politicus van wie je de naam dagelijks hoort, maar die me dus maar niet te binnen schieten wil. Wat dat met Demi Vollering te maken heeft? Wat zal ik daarvan zeggen. Die meid van Vollering doet haar klus met volledige overgave, ze kan heel hard, goed gedoseerd fietsen en stijlvol. Het gaat haar allemaal goed af.
Ze maakt deel uit van een ploeg die van haar profiteert en haar tegelijkertijd helpt om iets zo goed mogelijk te doen. Zij mag iets van haar banden vinden en daar vervolgens opmerkingen over maken, maar een ander zorgt ervoor. Ze mag willen klimmen, maar een ander rijdt even voor. Over promotie en administratie mag ze zich best wel eens druk maken misschien, ze zijn niet háár zorg. Daar is in voorzien.
Toch vervelend dat die naam maar niet wil, ook nu nog niet. Ik zoek even bij ‘lastige politicus’. Jawel, daar is ie. Pieter Omtzigt. Dat is hem. Vreemd genoeg moet ik nu zelfs even wennen aan die voornaam. Vind ik het wel iemand om Pieter te heten?
Maar hem bedoel ik dus. Over hem maak ik me geregeld een beetje zorgen. Zo’n man gun ik wel een team, ook al lijkt hij me niet een echte ploegspeler. Hij zal niet zonder kunnen. Ik hoop toch zo dat hij zich binnenkort bij een bestaande partij zal aansluiten en daarvan dan geen partijleider wordt. Bij het fietsen is de ploegleider ook niet de beste fietser. Laat meneer Pieter vooral een lastig kamerlid blijven, geen bestuurder en ook niet iemand met een eigen partij. Het prijsdier van een bestaande fractie. Dat had het CDA geweest kunnen zijn als het zich niet zo lullig in de uitverkoop had gezet de afgelopen jaren. Weet je nog Ferrier en Koppejan? En later dus de schertsvertoning rond een nieuwe partijleider. Enfin, die deur is dicht.
De SP schijnt hem al te roepen, maar een ChristenUnie zou misschien ook kunnen. De BBB? Zou ik niet doen, meneer Pieter. Daar wordt nog veel gestruikeld de komende tijd. Dat helpt je niet; dat leidt af. En toch, desnoods doet u dat. Maar wil alsjeblieft maat worden in een ploeg, een lastige, solidaire, en niet een solitaire terriër, meneer.