Och Heden 10 december 2023
Er kwam een mailtje binnen van de juwelier. Het zakhorloge dat ik een paar weken geleden inleverde was terug. De kosten? Achttien euro. Dat was zo goedkoop dat ik meteen besloot om niet alleen bij de juwelier in kwestie langs te gaan, maar ook een bezoekje te brengen aan de bekendste hoeden- en pettenwinkel van Utrecht. Achttien euro maar.
Het zakhorloge wordt toegeschreven aan de heer P de Zeeuw JGzn, eertijds hoofd van een lagere school maar ook een in protestantse kringen bekende schrijver van jeugdboeken En de opa van Mente, dus ook van haar Nieuw-Zeelandse broer, die zich als stamhouder net als zijn grootvader P de Zeeuw JGzn mag noemen. Hij zou het horloge in 1968 gekregen kunnen hebben, want in dat jaar overleed opa De Zeeuw. Tien jaar later verdween het horloge naar Nieuw – Zeeland, waar het veertig jaar in ongebruikte staat verkeerde, totdat zwager Pieter, want die naam schuilt achter de P, het weer meenam naar Nederland waar hij het op mijn bureau legde met de mededeling dat hij het een geschikter cadeau vond voor mij.
Het loopt nog steeds, ontdekte ik een paar weken geleden. Wel zat het glas los. Het leek me de moeite waard om er in ieder geval eens naar te laten kijken en het zo nodig te laten repareren. De wijzers reageerden niet op de knop aan de bovenkant van de klok, dus toen ik de wijzer voorzichtig een duwtje gaf, reageerde de minutenwijzer gewillig, maar de uurwijzer brak af. Dat was zuur: dat dit na honderd jaar of meer en ook nog eens na een wereldreis moest gebeuren.
De zaak naast de pettenwinkel liep ik alleen maar in om te vragen of ze niet ergens een horlogemaker wisten. Mijn ‘vertrouwde’ adres bleek namelijk niet meer te bestaan. Deze zaak leek me niet de plek voor een oud horloge, maar ze konden, zei het meisje achter de toonbank, heel goed helpen. Ze hadden een adresje.
Toen ik het horloge liet zien, was ook de minutenwijzer aan de wandel gegaan. Geen probleem. Het horloge zou worden opgestuurd. De maker zou de schade bekijken en contact met mij opnemen.
Dat laatste gebeurde niet en nu was er dus dat mailtje. Achttien euro. Blijkbaar kon het ene wijzertje makkelijk teruggeplaatst worden en was het andere te vervangen door iets wat de maker nog ergens had liggen. Kwastje erover, glas vastgelijmd en klaar.
Zo was het niet. Er stond NA op de retourzending en dat betekende : niet akkoord. Zo werd me bij de juwelier verteld. Ik wilde weten wat ik met die informatie moest. De winkeldame (dat ‘meisje’ van hierboven zegt meer over mijn leeftijd dan over die van haar) zei dat ik niet akkoord was gegaan met de aangeboden reparatie. Maar ik was helemaal niet gebeld, ik was nergens wel of niet mee akkoord gegaan, nee, ik stond hier als een blije man die met tranen van dankbaarheid zojuist deze winkel was binnengekomen.
‘Kan het weer terug, dat horloge? Ik heb liever dat het gemaakt wordt.’
‘Wij hebben geen contact meer met deze reparateur, meneer. Hij werkt niet meer voor ons.’
Er was ook geen andere maker – iemand die op een zolderkamertje ergens in Werkhoven zijn oude beroep of dierbare hobby was blijven uitoefenen, stelde ik me voor – op wie zij een beroep konden doen. Een alternatief adres hadden ze evenmin.’
‘En deze mededeling kost me dus achttien euro?’
‘Nou, laat u dat maar zitten.’
‘Heeft die man nog iets genoteerd bij zijn terugzending?’
‘Ja, dat wel.’ De dame die het allemaal niet kon helpen en het zichtbaar vervelend vond de brengster van slecht nieuws te moeten zijn, las van een slordig papiertje: ‘Horloge van ca 1880; uurwerk loopt nog, wel veel slijtage. Ik heb de goede onderdelen niet.’
Dat was het. In 1880 was P de Zeeuw JGzn nog niet geboren, dus het zou zomaar het horloge van JG de Zeeuw Pzn kunnen zijn, in dit geval de vader van de oude P. Dat realiseerde ik me pas toen ik de winkel naast de juwelier binnenstapte. Na deze deceptie verdiende ik wel een nieuwe pet.