15 januari 2023

Zojuist krijgt Mente een appberichtje binnen van Tommy, niet via de babbelbox van de familie, maar – heel discreet – via haar eigen account. Het bericht bestaat uit een filmpje van dertien seconden waarop alleen de twee lippen van een vierjarig jongetje te zien zijn. Het zijn lipjes in een hartstochtelijke zoenstand. Mente kijkt me triomfantelijk aan.
Dat is heel begrijpelijk want het is niet de eerste liefdesbetuiging die haar vandaag door een jong kereltje werd toegestuurd. Voor het ontbijt kreeg ze al een dubbel bericht van Lukas. Dat is de kleinzoon van zeven. Allereerst een spraakbericht met de mededeling dat de afzender oma lieieieieieief vindt en daarna een reeks pictogrammetjes, waarvan je hierboven een maar heel klein deel tegenkomt.
Die reeks begint met het veronderstelde lievelingseten van de beminde grootmoeder, dan volgen er vallende sterren zodat zij een heleboel wensen kan doen die ongetwijfeld in vervulling zullen gaan. Daarna een reeks zonsopgangen, want zeg nou zelf: wat is er mooier dan dat? Zonsondergangen misschien, maar die dragen niet de belofte in zich van de opgangen. En dan volgen er nog lange wegen, over asfalt en met spoorbaan, want dat zijn de wegen die oma en Lukas met elkaar verbinden. Al nemen we meestal de fiets, maar daar was blijkbaar geen niet zou gauw een pictogrammetje voor te bedenken, al kan daar ook de voorkeur van de afzender uit spreken. Mente mag zich zeer geliefd weten. Daarover kan geen misverstand bestand ‘Ik moet maar niet gauw doodgaan,’ zei ze dan ook na die intense digitale zoen van wel dertien seconden. Alsof zij dat doodgaan had zitten overwegen. Ik kon er nog wel een paar redenen aan toevoegen om een laatste vaarwel voorlopig uit te stellen.
Dat zei ik ook, maar daar liet ik het verder bij. Het ging nu immers om de vreugde van de liefde.
Toen afgelopen donderdag Mente op de bank zat, klom jongetje nummer drie bij haar op schoot. Nu hebben we over Markus. Hij omhelsde zijn oma en bleef zo een hele tijd zitten. Hij straalde een welbehagen uit waarin ik me heel makkelijk kon verplaatsen.
‘Ik wil bij je komen wonen en dan blijf ik altijd bij je,’ zei hij.
Dat was een verstandige beslissing, kon ik hem vertellen en het beste wat hij daarom doen kon was om maar met oma te trouwen, dan kon hij altijd bij haar blijven. Zelf had ik dat een jaar of vijftig geleden ook gedaan en je zag het: nu was ik nog steeds samen met oma. Nee, Markus zou daar geen spijt van krijgen.
Dat vond hij een goed idee. Ik beloofde hem dat ik straks alleen zijn broer Lukas naar huis zou brengen.
Ook daar kon Markus zich wel in vinden, maar toen het zover was, begreep hij wel dat het verstandig was om nog even naar huis te gaan, al was het maar om daar gedag te zeggen tegen zijn vader en moeder en tegen de kleine Noortje.
‘Dan is Noortje voortaan vooral mijn zusje,’ bedacht Lukas. Markus reageerde daar niet op, al vermoed ik dat hij het wel gehoord heeft en ook dat hem dat wat stof tot nadenken gaf.
Daar was hij daar op de schoot van zijn oma, in de paradijselijke eeuwigheid van het moment, helemaal niet mee bezig geweest en daar ging het natuurlijk allemaal niet om, het ging hem alleen maar om zijn onuitputtelijke toewijding en liefde voor oma. Zoals ook de andere twee jongetjes die kenden.
En ik? Ik ben de lachende vierde! Twentyfour/seven.