19 november 2022

Omdat er nu toch wat meer kou de wereld binnendringt, vindt Mente het beter dat ik ’s avonds de gordijnen van mijn kamer dichtdoe en dat is inderdaad wel zo verstandig. Alleen, ik doe het niet. Dat is geen moedwil, maar domheid, nonchalance die vraagt om diepe schaamte. Hoe leren wij ooit het klimaat enigszins te beheersen als voor mij zoiets simpels als een bij avond gesloten gordijn al teveel gevraagd is. Wat mag ik dan nog van anderen verwachten?
Wanneer ik mijn kamer laat voor wat die is, komt het daglicht nog vrolijk door de ramen. Dat zal er mee te maken hebben, maar de computer zet ik dan wel uit.
Uren daarna, bij het naar bed gaan, zie ik dat de gordijnen toch echt dicht zijn. Blijkbaar vindt Mente het handiger om dat te doen dan mij er telkens aan te herinneren dat de gordijnen niet vergeten moeten worden.
Waarom ik pas bij het naar bed gaan ontdek dat de gordijnen dicht zijn, wil je natuurlijk weten. Daar hoort een kleine geschiedenis bij. Uit- en aankleden doe ik namelijk in mijn werkkamer. Die gewoonte dateert uit de tijd dat ik als eerste opstond om het huis te verlaten voor een ander zich geroepen wist om uit bed te komen.
Iets anders. Bij die van Borgdorff word je bestookt met filmpjes die uit zichzelf opgeslagen worden in een cloud die vervolgens verzadigd en onoverzichtelijk kan worden en waarvoor je ook nog iets extra’s moet betalen.
Dat is één. Twee is dat ik daarom de boel af en toe probeer te saneren. Wat overblijft, mag keurig gelabeld op een externe harde schijf.
Gisteren ontdekte ik tussen de chaos twee dezelfde filmpjes, eentje uit 2011 en een van 2017. Die zullen gemaakt zijn kort nadat er een nieuw fototoestel of mobieltje was gekomen. Daarvan probeerde ik de camera uit door een rondje door mijn kamer te maken. En zo zat ik in de kamer van 2022 te kijken naar diezelfde kamer tien en vijf jaar geleden. Ik zag de orchideeën van Dirk weer op mijn bureau, de al een tijd terug opgeborgen foto’s van dierbare doden. Maar de gebreide cactus en de grote gipsen uil vind je op de filmpjes niet terug. Je kunt ook zeggen dat er in die jaren zo goed als niets veranderd is in deze kamer.
Van de week hoorde ik het verhaal van de kamer van Johan. Anders dan ik had hij juist de gewoonte om ’s avond na het eten naar zijn kamer te gaan om daar nog van alles te doen: foto’s bewerken, teksten schrijven, lezen, ik noem maar wat. Dat doet hij nu niet meer, want vijf maanden geleden moest hij vrij plotseling afscheid nemen van het leven. Nu het eerder donker wordt, gaat Lisanne ’s avonds naar zijn kamer om er het licht aan te doen. Daarna loopt zij de trap weer af.
Als ze naar bed gaat, een paar uur later, doet ze op Johans kamer de lampen weer uit: die op het bureau en de lamp aan het plafond. Dat is natuurlijk raar, vindt ze zelf, maar ze doet het wel.
Ik moest eraan denken toen ik die filmpjes zag en even als een afwezige in mijn eigen kamer zat.