18 april 2022

We moeten 450 jaar terug om in de tijd van Willem van Oranje terecht te komen en ik heb de indruk dat er sinds die tijd wel het nodige is veranderd in de wereld. In mij leeft daarbij een onuitroeibare hoop dat het daarna beter is gegaan met de mensheid die samengaat met de onverbeterlijke neiging om het verleden te verheerlijken. Dat zal een algemeen menselijk trekje zijn: we leven niet voor niets tussen het aardse paradijs waaruit wij of onze voorzaten ooit verbannen werden of dat ophield te bestaan aan de ene en dan aan de andere kant de droom van hemelse aarde.
Tijdens het lezen van de biografie die René van Stipriaan schreef over deze ‘vader des vaderlands’, onder de titel De Zwijger, leverde die twee bedenkelijke, maar dus hardnekkige aannames voortdurend strijd met elkaar en met zichzelf. Boeiend om te lezen, maar ook vervelend om je verleden enerzijds ontluisterd te zien worden en tegelijkertijd te moeten merken dat ondanks de onherhaalbaarheid van tijd heel veel nog steeds de kop op steekt.
Van Stipriaan vraagt zich enkele keren af wat Oranje bewogen moet hebben om te doen wat hij doet. Eigenbelang speelt een belangrijke rol en als het geen eigenbelang mag heten, dan is het wel familiebelang, in adellijke kringen een koppig fenomeen. Die drang tot identificatie kom je steeds tegen. Oranje komt op voor de Nederlandse gewesten, maar wie zich daarmee heftig identificeert, kan wel het zicht kwijt raken op wat werkelijk van belang is.
Die identificatie kan ook een spel zijn. Ik bewonder de rol van Oranje in zijn verzet tegen een Philips die geen godsdienstvrijheid wil toestaan en het doet me deugd dat hij dat nog lang doet als rooms-katholieke edelman,
al kun je je inderdaad afvragen hoeveel pragmatisme er bij die door hem beleden geloofsrichting komt kijken als je bedenkt dat hij voordien lutheraan was. En later wordt me niet helemaal duidelijk waarom hij toch overstapt en calvinist wordt. Identificatie of politiek spel?
Een stapje verder en je komt bij de bereidheid om te grossieren in nepnieuws. Dat was toen al net zo bonton in hogere kringen en de door hen bespeelde media als nu. Oranje en zijn intimi waren er zo bedreven in dat het wel lijkt of zij er patent op hebben. Het wordt extra schrijnend als je bedenkt dat dat nog werkt ook , al was het maar omdat mensen iets graag geloven, bijvoorbeeld omdat een zondebok veel gelegenheid geeft tot wangedrag. Dan hoef je er niet langer een al te genuanceerd wereldbeeld op na te houden. Daarna kunnen feiten en vermeende feiten en allerlei dubieuze persoonlijke aspiraties een nieuwe werkelijkheid creëren. En nu weet ik niet meer of ik het over de eerste decennia van de Tachtigjarige Oorlog uit de zestiende eeuw heb of over de oorlog-die-geen-oorlog- is in Oekraïne.
Het meest mismoedig word ik nog van de momenten waarop duidelijk wordt dat de nuance het telkens weer verliest. Ook wie het koord van de tijd als een volleerde danser beloopt, valt vroeg of laat..
Enfin, ik heb het boek uit. Met dank aan Van Stipriaan. Het spijt me voor de biografie die Mentes opa ooit boek over Oranje schreef die daarin messiaanse trekken krijgt.
Deze forse biografie kent niet veel illustraties. Het valt me op dat het bekendste portret van Oranje, dat Adriaen Thomasz Key schilderde, ontbreekt.
Morgen meer Oranje.
René van Stipriaan, De Zwijger. Het leven van Willem van Oranje. Amsterdam / Antwerpen 2021.