15 augustus 2022

Zojuist mijn rondje gefietst. In de weilanden langs de Vecht tussen Overvecht en Oud-Zuilen telde ik acht ooievaars. Ze zaten verspreid over de twee grote, aan elkaar grenzende weilanden. Daarboven ligt nog een derde weiland, omgeven door bomen en struiken. Ook daar kun je regelmatig ooievaars aantreffen, een, twee en hooguit drie, maar vandaag niet.
Verspreid over de twee weilanden, zei ik. Ook dat verbaasde me. Doorgaans zie je ze in het eerste, het meest zuidelijke weiland.
Met de ganzen was ook iets aan de hand. Er zijn dagen dat je je op het weggetje langs de Vecht door de ganzen moet worstelen, maar niet de afgelopen week. Toen zaten ze in de weilanden, alleen niet zo ver weg als vandaag. Zou dat met het onweer van afgelopen nacht te maken hebben? Of waren ze vanwege warmte en droogte al wat eerder van het water weggetrokken vanmorgen en wat verder het weiland in gegaan, naar de oostkant waar het land wordt begrensd door hogere begroeiing? Ik weet dat niet.
Ik vertel dit allemaal vanwege eergisteren. Toen telde ik, en let op, want hier volgt een record, in het eerste weiland meer dan zeventig ooievaars. Een jaar geleden maakte ik melding van ruim vijftig en daarvoor was ik al eens ondersteboven van 23 of 24, zoals op de dag dat ik voor het laatst van school naar huis reed. Dat was een moment dat ik me toen toe-eigende als een persoonlijk eerbetoon. Maar 73.
Dat getal is niet nauwkeurig, hoewel ik twee keer ben gestopt en twee keer, en vanuit twee verschillende hoeken geprobeerd heb om ze te tellen.
Wacht! Ik kan het je nog sterker vertellen. Na de vorige alinea bedacht ik dat ik eergisteren niet alleen heb staan tellen, maar ook dat ik een fotootje van de ooievaars maakte. Met mijn kleine cameraatje weliswaar, maar toch. Intussen heb ik de foto gedownload en op het grote computerscherm heb ik de boel nog eens nageteld. Nu kom ik zelfs tot 83. Ik ben beduusd.
Zaterdag, bij de eerste keer tellen, meende ik nog even dat er zich tussen de ooievaars ook nog een paar verloren reigers bevonden, maar ze kleurden onmiddellijk bij tot echte uivers toen ik iets verderop nog eens stilstond.
Ze vormen een tamelijk gesloten groep, die ruim tachtig vogels, veel meer dan die acht van vanmorgen. In beide gevallen, laat daarover geen misverstand bestaan, heb ik de zeven koeien in het weiland, ondanks hun zwart-witte patroon niet per ongeluk meegeteld.
Bij Oud-Zuilen en Westbroek zitten heel wat ooievaars. Ze worden daar geboren, ze blijven over, of ze keren er na de winter weer terug. Het zou me niet verbazen als die tachtig beesten van zaterdag daar helemaal niet bij horen. Deze zouden wel eens uit Duitsland of Denemarken afkomstig kunnen zijn. In dat geval waren zij op doortocht.
Dat brengt me overigens op de vraag hoe hoog ooievaars dan vliegen en ook hoe groot een vlucht ooievaars is. Natuurlijk zie ik regelmatig ooievaars vliegen, maar niet tijdens een trek. Ooievaars zijn familie van kraanvogels. Die zie ik hier nooit, maar in Duitsland zag ik ze regelmatig, in een trekvlucht. Ooievaars niet.
Op google vind ik geen overtuigende foto van een vlucht ooievaars. Op één na, maar daar ging het niet om ooievaars, dat waren kraanvogels.
Misschien moet ik al fietsend wat minder op de weg gaan letten en meer naar de lucht kijken.