Och Heden 21 december 2023
De herdertjes hoorden ’s nachts helemaal geen engelen zingen. Ze hoorden elkaar, daar in het koude en natte gras bij Ter Apel, zoals het Bethlehem met zijn chronisch gebrek aan onderdak ook wel mag heten. Ze liggen er zonder schapen, wat alleen al vanwege de ontbeerde warmte wel jammer is voor die ontwortelde herders.
Het is bijzonder om te zien hoe Nederland problemen weet weg te werken door ze te verstoppen onder grotere problemen. Daarbij geldt dat het merk Bestaanszekerheid alleen maar mag bestaan voor alles wat OSM is. Dat is al sinds mensenheugenis het merk bij uitstek en sinds de verkiezingen ook wettig gedeponeerd. Leden van de OSM hebben een westers, en vooral graag Nederlands paspoort, zijn overwegend wit. Ze hebben niets tegen buitenlanders elders, kennen zelfs een Marokkaan met wie ze kunnen lachen, maar veilig op straat voelen ze zich niet en die angst komt altijd ergens vandaan natuurlijk, en dan niet van andere OSM’ers, maar van leden van de ASM; dat is een diffuse verzameling van rassen, sociaal minder bedeelden, lastpakken, nationaliteiten, die als enig gemeenschappelijk kenmerk hebben dat ze niet tot de OSM behoren, Ons Soort Mensen. Om die herdertjes op te voeren, zoals in de eerste alinea gebeurde, moet je trouwens tot een zeer specifieke onderafdeling van de OSM behoren. Een kleiner wordend groepje mensen dat op een of andere manier nog wat kennis heeft van wat ooit wel christelijke waarden werden genoemd. Die zouden dan weer ontleend zijn aan oproepen en ook aan enig moreel besef appellerende verhalen die je in de Bijbel tegen komt. Dat is een heel oud boek, met verhalen die nog veel en veel
ouder zijn dan Roodkapje en De wolf en de zeven geitjes. Bovendien vindt het boek zijn oorsprong in een omgeving waar we ons als OSM liever niet mee zouden bemoeien omdat het daar alleen maar narigheid en ellende is, altijd geweest trouwens. Daar komt dan als derde bij dat dat boek in de loop der eeuwen ook vaak is gebruikt om zaken te verdedigen waar je nu je wenkbrauwen ernstig bij kunt fronsen. Dat geldt ook wel voor mensen die zeggen de lessen van die Bijbel te willen volgen. Het is trouwens een boek vol grote woorden en als er iets is om huiverig voor te zijn, zijn het wel grote woorden. Waarbij je je ook kunt afvragen of superleuk en supergezellig ook al niet te grote woorden zijn. Of supervrolijk
We gaan naar Kerst. Dat is een van die twee feesten waarvan OSM, behalve dan die krimpende onderafdeling, niet goed weet wat voor rare oorsprong ze hebben. In het voorjaar iets met hazen en eieren en nu dus iets met HoHoHo, sneeuw die er niet ligt, een dikke vrolijke trui. En ook iets met een kinneke of zo en dus ook wat herders in het veld.
Op de kleuterschool kregen we sjablonen. Die moesten we natrekken op dun karton. Dat lukte amper zonder wat hulp van de juf. Maar als de nagetekende figuren er goed op stonden, dan mocht je ze uitprikken, met een prikpen. Prik… twee millimeter verderop, maar wel keurig op het lijntje, weer een prik… en dat honderden keren. Daarna kon je het figuurtje uit het kartonnen vel drukken en kon je met een volgende beginnen. Omdat de herders zo in elkaar gedoken zaten, had je geen last van gevaarlijke dunne armen of een nog verraderlijker dunne nek. Daarom begon ik met een herder, eentje zonder staf. Daar kon je je geen buil aan vallen. Met mijn tong tussen de tanden zat ik over de prikplaat gebogen, om recht te doen aan wat een vrije herder worden moest.
Weten de meeste leden van OSM nog van die herders? En dringt het niet tot ze door dat die op een hoopje bij elkaar geveegd op het gras liggen in de omgeving van Ter Apel. En nauwelijks ergens anders? Dan zou daar dus ook dat kinneke teer moeten wezen.