18 juni 2022

Van de vorige generatie hebben de drie zussen uit wie wij Krukken voortkomen ons allen meer dan zestig jaar meegemaakt, gemiddeld. Het zal niet lang meer duren of ook het verband der Krukken zal verbleken in het licht van de tijd en slijten tussen de raderen der jaren. Onze kinderen en kleinkinderen zullen er geen boodschap meer aan hebben.
Dat neemt niet weg dat van opa en oma van der Kruk, 110 jaar na hun huwelijk, acht van de vijftien kleinkinderen aanwezig waren. Twee zijn er al langer geleden overleden en voor vijf anderen vormde iets anders een beletsel om aanwezig te zijn.
Neven en nichten zijn vreemde dingen. Er is een verstandhouding maar die danken we niet aan een levenslangdurig intensief contact. Toen ik op de middelbare school zat kon ik daar ook mijn even oude nicht aantreffen, maar zij noch ik hebben een herinnering aan elkaar. Heb ik haar ooit bij de Haagse Thorbeckelaan gezien? Ik zal toch wel gedag tegen haar gezegd hebben als ik haar in de gangen zag? Maar ik kan me haar niet herinneren. Dat verbaast me, want niet alleen de kleuter maar ook de achtjarige die zij was, staat me juist weer helder voor de geest.
Halverwege brugklas en diploma wisselde ik van school. Ik ging naar De Populier waar ook haar oudere en jongere broer op zaten. Die herinner ik me wel. We knikten naar elkaar op het schoolplein en dat was het. De tijd dat we bij logeerpartijtjes in hetzelfde bed lagen, was toen zo ontzettend ver weg, veel verder dan nu. Mijn dode neef was twee jaar ouder. We hebben, een paar jaar na die middelbare school, nog eens een tijdlang naast elkaar in de bus gezeten en toen veel gepraat.
Dat was gezellig. Hij legde me uit wat een computerprogrammeur was en een – operator, want dat was hij intussen. Een wereld ver weg voor een student Nederlands. We hebben het over de zomer van 1973.
Ik herinner me vooral die afstand tot die neven, toen op de middelbare school. Voorzover de dood er niet tussen zit, is die kleiner geworden en daarom hadden we vandaag, en niet voor het eerst, onze Krukkendag.
We zaten aan tafel en stonden om een pizzaoven in de tuin, want je moet ook iets te doen hebben, vond de neef die de dag organiseerde, net als ik vernoemd naar grootvader Leen van der Kruk. Dat was verstandig van neef Leo, en verschillende mensen gingen er ook enthousiast mee aan de slag, wat ik me heb laten welgevallen door me tot de consumptie van het een en ander te beperken. In dat opzicht ben ik meer een Borgdorff.
Wij noemen ons de Krukken, maar alleen de dochters van Leen en Betje van der Kruk kregen kinderen. Wel kregen we voor een deel verwante voornamen, maar niemand van ons heet Van der Kruk. Toch zijn we het wel. Aan de een zie je dat beter dan aan de ander.
Er waren behalve warme ook drie kouwe Krukken. Die viel het op dat die Krukken eindeloos bezig konden zijn met woordspelletjes. Dat deed me genoegen.
Ik ben ook niet de enige Kruk die Nederlands heeft gestudeerd; er is er nog eentje en die kon vertellen dat deze week zijn zoon zijn VWO-diploma had gehaald. Maar Nederlands had hij intussen herkanst. Hij had namelijk een 6.4, voor Nederlands! Dat kon natuurlijk niet. Hij ging alsnog voor cum laude.
Iemand vroeg zich af waarom we ons daarover druk maakten. Geslaagd is geslaagd. Dat was typisch een opmerking van een kouwe Kruk.