Ga naar de inhoud

Een zachte berm

Len Borgdorff schrijft en fotografeert

Menu
  • Home
  • Nieuws!
  • Gedichten
    • Gedichten voor de ‘Kerst’
  • Foto’s
  • Och heden
  • Iets anders
  • Tijdens de wandeling
  • Links
Menu

Inspiratie

Gepubliceerd op 25/10/202107/02/2022 door Len Borgdorff

22 oktober 2021

Mopperen? Ik? Nooit! En liegen ook niet. Ik ben een echte kretenzer. Maar gisteravond schoof ik de nacht toch in met enig gemopper. Ik lag al in bed toen ik me begon af te vragen of ik wel echt om zes uur wakker zou worden. Dat was nodig om voor half tien bij de boot naar Terschelling te staan. Nu word ik doorgaans wakker op het moment waarop dat nodig is, dus als ik vind dat ik om half zeven mijn ogen weer moet open doen, dan gebeurt dat. Alleen is die noodzaak om op een vroeg tijdstip uit bed te stappen de laatste jaren veel minder geworden, dus werkte dat mechanisme nog wel? Daarover voerde ik een innerlijke strijd, die ik verloor en zo stapte ik mopperend uit bed om de wekkerradio in te stellen. Waar was schokbestendige zelfvertrouwen gebleven? Die wekker was een teken van nederlaag.
En dat niet alleen, het was ook het apparaat waarvan ik niet goed meer wist hoe dat werkte. Wat kregen we nou? Daarom stapte ik een paar minuten later weer uit bed. Had ik de wekkerradio wel goed ingesteld? Deed ie het überhaupt nog. Volgens mij heeft ie aanvankelijk dienst gedaan in de Boerenoorlog; toen ging hij nog op gas.
Ik liep naar mijn werkkamer om er mijn mobieltje te pakken. Daar zit ook een wekker op en die stelde ik ook in. Als we ons nu alsnog zouden verslapen, hield alles op. Verder dan dit kon ik niet.

We waren ruim op tijd wakker vanmorgen en dat had alles te maken met de staat waarin wij waren geraakt. Mente lag steeds te hoesten en ik begreep dat ook ik bezig was flink verkouden te worden, want dan moet ik de nacht ervoor vaak naar het toilet. En zo werd het allemaal waar: wij waren ruim op tijd wakker, het mobieltje begon vrolijk te piepen en vervolgens klonk er aangename klassieke muziek door de slaapkamer. Graag had ik je verteld om welke muziek het ging, maar dan had ik toen beter op moeten letten.
We keken elkaar veelbetekenend aan, maar zeiden niets. Het was maar beter de schijn een beetje op te houden tegenover elkaar. In de badkamer nam ik wel eerst twee paracetamolletjes.

Wij ontbijten zelden samen, Mente en ik. Zij eet eerst en bestudeert daarbij uitgebreid de krant en ik zorg er eerst voor dat ik als een heertje beneden kom om daarna te ontbijten. In dit geval nam ik ook de bagage alvast mee, maar de tas van Mente liet ik staan: daar moest ongetwijfeld nog haar toilettas en ander gerief in. Toen Mente zich aan het wassen was en mijn ontbijt zijn weg gevonden had, zette ik de spullen in en de fietsen alvast op de auto.

Dat daar Mentes tas niet bij was, bleek pas toen ik die in Harlingen aan mijn fiets wilde haken.
‘Hoe kan dat nou?’
Er gingen op die met blik gevulde plak asfalt die P1 heet, terwijl de wind vrij spel daar had en de regen ons uitlachte, allerlei veronderstellingen over en weer.
‘Maar je toilettas dan?’ Die had Mente in haar rugzakje gestopt, omdat zij dacht dat ik haar tas al in de auto had gezet.

Wij kwamen hier op Terschelling voor het Inspiratiefestival. Daarvan maakten we twee onderdelen mee. Toen werd duidelijk dat we beter kunnen toegeven aan ons gehoest, gesnotter en aan dat bonken daarboven. We zijn intussen wel getest en weten dat we geen gevaar vormen voor de mensheid. Zodra we weer een beetje de geest hebben, gaan we kleren kopen.

Zomaar wat plaatjes …

  • Contact
  • Privacy
© 2023 Een zachte berm | Aangedreven door Superbs Persoonlijk blog thema