Och Heden 3 oktober 2023

Tijdens de lunch een maand geleden hadden Paul en ik het over zwemmen. Dat doet hij namelijk dagelijks. Hij rondde dit gespreksonderwerp af met de opmerking: ‘Het punt is dat zorgen niet tegen water kunnen.’
Sindsdien ga in met nog meer plezier een paar keer in de week in de grote Maarsseveense Plas zwemmen, als onderdeel van mijn fietstocht. Paul heeft gelijk. Van een rondje fietsen of wandelen knap je enorm op, maar muizenissen kunnen je daarbij nog een aardig tijdje bijhouden. Water is andere koek. Allereerst is er het afstapje, dan is er het heldere water met de aandoenlijke visjes. Aandoenlijk vooral omdat ze wel transparant lijken, alsof ze ingedikt water zijn. Doorkomen is in deze maanden geen uitdaging, maar het moment waarop ik me voorover laat vallen is toch een momentum.
Na een meter of 400 keer ik om terug te keren naar mijn fiets en naar die tas met zorgen die op me staat wachten en die zich heel klein zijn gaan voelen, zo zonder mij. Die tas is van papier. Dat zul je begrijpen. Als ik uit het water kom, neem ik niet de moeite om hem mee te nemen. Vandaag hielden de eenden, de futen en ook de meerkoeten zich nog rustiger dan anders, wel waren er meer mensen in het water. Niet veel, maar ze waren er. Er was iets vreemds aan de hand. Ergens niet ver van het riet stak een hoofd boven het water uit. Dat is bij zwemmers een gewoonte, maar dit hoofd kende geen enkel beweging. Alsof het een nephoofd was. Of een hoofd, dat op een staaf in het water was geplant. Kop is daarom een beter woord. Of tronie, om een woord uit de zeventiende-eeuwse schilderkunst te gebruiken. De ogen van de oude man waren dicht.
In de verte gleed verticaal een man steeds dieper het water. Hij liep niet, nee, hij gleed. Of hij zat in een onzichtbaar wagentje, dat kan ook. Het was een dikke man. Net zo dik als de kop die ik plotseling dichter bij het riet ontwaarde. Alweer een man. En allemaal op leeftijd. Deze had behalve een hoofd ook twee handen die hij in gebedsstand voor zich hield.
Gelukkig kwam er een mooi vrouwenhoofd aangezwommen. Dit was gewoon, rustig zwemmen van een vrouw die haar nonchalant opgestoken haar liever droog hield. Wij keken naar elkaar alsof we niet naar elkaar keken.
Op mijn weg terug waren de mannen verdwenen, behalve de man die het water in gereden lijkt te zijn. Van hem was er ook alleen nog maar een hoofd. Langzaam kwam er een hand boven water. Die is op zoek naar een meditatieve stand, die hand, dacht ik, maar zo was het niet. Die hand werd gebruikt om aan zijn neus te krabbelen. Dat ervoer ik als een stijlbreuk. Gelukkig verdween de hand weer onder water en daarna liet de man zich voorover glijden om te zwemmen. Heel traag.
Intussen kwam mij de vrouw met het opgestoken haar weer tegemoet. Ook zij was blijkbaar op haar terugweg. Ze zwom nu op haar rug en zodoende ontdekte ik dat zij behalve een hoofd ook armen en benen had. Dat vond ik een geruststellende gedachte.
Op de plaats waar ik mijn papieren zak met zorgen had achtergelaten, trof ik een vrouw in boeddhazit. Ze was donker en groot. Het indrukwekkendst was de grote ring van haar om haar hoofd: haar en aura tegelijk.
* Helaas geen foto kunnen maken.