17 september 2022

Eigenlijk slapen we in een kunstwerk, zegt Mente. Nu is het woordje ‘eigenlijk’ een moeilijk geval. De betekenis is zo vaag dat je het meestal beter kunt weglaten. Nu niet.
Heinrich Müller was een verwoed kunstverzamelaar. Zo verwoed dat hij zich nog maar amper kon bewegen tussen de kunstwerken, die hij niet had samengebracht vanwege een bekende naam of mogelijke marktwaarde, maar altijd omdat iets hem aanstond.
We maken een lang verhaal kort door te zeggen dat Müller via het hem ingefluisterde idee voor een gebied met paviljoen en dankzij de ontdekking van een oud verwaarloosd park uit 1816 dat omgeven werd door nog veel meer beschikbaar land en dankzij zijn behoefte om met een bouwer in zee te gaan die meer kunstenaar, beeldhouwer, plastisch denker was dan architect, uitkwam bij Erwin Heerich.
Deze Heerich vertaalde, kun je zeggen, zijn ruimtelijke objecten in echte gebouwen, waarbij hij steeds uitging van een strakke, duidelijke vorm, een kubus en daar liet hij even heldere als fraaie ideeën op los, die te maken hadden met beweging, materiaal, lichtinval, maar ook met de kunstwerken, beelden, tekeningen, schilderijen en andere objecten die daarin een plaats moesten vinden. Even zo goed kon je een bouwwerk, ook de binnenkant, zelf een kunstwerk noemen; daarom kwamen er ook gebouwen zonder dat daarin andere kunst werd opgesteld. Voor buiten gebruikte hij kloeke donkere bakstenen, die in ieder geval gedeeltelijk in een vorig leven deel uitmaakten van een ander verband dan het kruisverband waarin ze nu gemetseld en met een geveegde voeg zijn samengebracht.
Stenige gebouwen dus, ook al omdat vaak vensters ontbreken. Zijn die er wel, dan vooral klein en diepliggend in de dikke muren.
Binnen tref je juist een witte wereld aan en glazen daken of hele wanden van glas.
Die gebouwen zijn dus de paviljoens voor Müllers verzameling, dat dan nog afgezien van de vele objecten die buiten opgesteld staan. Modern werk maar ook eeuwenoude beelden uit Oost-Azië.
We hebben het over Insel Hombroich en het is een verademing om daar rond te mogen lopen. Hoe langer je er bent, hoe mooier het wordt.
Dit gebied bij Neuss grenst aan een voormalig Navoterrein dat luistert naar de naam Raketenstation Hombroich. Ook deze Kulturraum maakt deel uit van de Stiftung Insel Hombroich. Vandaar dat je op dit terrein net zo goed veel bouwwerken en objecten van Erwin Heerich aantreft.
Zo kwam daar in 2001 zijn Gästehaus Kloster. Daar verblijven we een paar dagen en nachten. Het heet Kloster en daar doet het ook aan denken. Mij schiet meteen de naam van Dom Van der Laan te binnen, al was die juist van het kale beton.
Hoe dan ook, Mente en ik slapen in de kunst en als we wakker worden, dwalen we door prachtige natuur en langs en in adembenemende gebouwen.
Dit jaar zou Heerich honderd geworden zijn als hij niet in 2004 al was overleden. Intussen staan er bij het Raketenstation ook gebouwen van jongere bouwers. Gebouwen ook met ateliers voor hedendaagse kunstenaars die daar vaak als gast lange tijd kunnen verblijven. De eerste van drie dagen zit er intussen op. We weten nu al: we komen tijd te kort én over twee jaar gaan we er weer heen.