Och Heden 4 maart 2023

Het is me niet vergund om in deze maanden Het melkmeisje van Vermeer zelf te aanschouwen. Ik troost me met de gedachte dat ik het werk al verschillende keren wel echt gezien heb en laat ik er ook maar even op rekenen dat het nog wel eens zal gebeuren.
Waarop ik me wel een beetje had verheugd, was het straaltje melk waaraan het meisje haar naam verdient.
Op verschillende foto’s en stils kreeg ik dat straaltje flink uitvergroot onder mijn snufferd, maar bij foto’s en zo word je toch gehinderd door pixels, de wetten van papier en beeld en je mist juist weer de aanwezigheid van de echte drager én de substantie van de verf. Zo denk ik dat de ijlheid van het dunne straaltje melk wordt weergegeven door naast wit ook blauw te gebruiken, maar ook door de bijna te dunne manier waarbij de verf dat straaltje moest weergeven. Vlak voorbij de tuit lijkt de melk zelfs even te haperen, zoals Lukas doet voor hij van het startblok toch het zwembad in springt.
Deze verstandige opmerkingen maak ik terwijl mijn computerscherm inzoomt op dat straaltje. Daar zie ik ook dat de melk, die zelfs een beetje waterachtig is, ook nog draait. De licht gehavende rand van de kan draagt het zijne bij aan de subtiele melkstraal en dan is er nog het grove en ook zo geschilderde brood, zoals je dat in mijn jeugd nooit en tegenwoordig heel vaak kunt aantreffen bij de betere bakker. Vermeer is ook een begenadigde broodschilder. Dat is het verkeerde woord, zul je misschien zeggen, maar dat geldt ook voor de titel van het schilderij. De vrouw op het schilderij is geen melkmeisje.
Als het de schilder had behaagd, was zij een broodmeisje geweest, want dat zal ze binnen het verhaal van het doek ook vast wel hebben verzorgd.
Al met al is het er vanwege mijn verkeerde reservering niet van gekomen dat ik in real life met mijn neus bovenop dat intrigerende straaltje melk kon staan, zonder te struikelen over het hekje dat het schilderij behoedt voor al te veel opdringerigheid.
Wel gingen we naar huis met de Playmobilversie van Het Melkmeisje. Het staat op het buffetje in de kamer. Zonder melkstraal. Dat is een groot gemis.
Dat geldt, maar anders, voor de hele set. Want bij het poppetje horen ook een tafel, een onwillig kleedje, een mandje, wat gele brokken die brood voorstellen, een blauwe kruik en natuurlijk de melkkan waaruit dus geen melk stroomt en een schaal waarin die niet wordt opgevangen.
De hele set van Playmobil gehoorzaamt aan de wet van Murphy: niets ervan deugt. Misschien is het maar goed dat er niet eens geprobeerd is om al dit plastic op een Vermeer te laten lijken. Ik accepteer dat.
Niet helemaal. Dat het straaltje melk ontbreekt, akkoord, maar ook ontbreekt de aandacht van het poppetje voor haar klusje: melk uitgieten. In het echte leven van het schilderij zou ik dus vol aandacht naar dat straaltje gekeken hebben en daarmee zou ik de ideale toeschouwer zijn geweest, in ieder geval voor het meisje op het doek. Ook zij is, al is dat om een andere reden, een en al aandacht voor de melk die vanuit de kan in de schaal gegoten wordt.
Het meisje van Playmobil moet haar kan veel te hoog houden om zich ook nog te kunnen verdiepen in dit ingetogen klusje, al heb ik haar op een verhoging gezet. En dan nog dat gezichtje van haar: vrolijk, dom, niet betrokken en heel erg van plastic.
Alsof autoclaxons Bachs ‘Erbarme dich’ spelen.