29 november 2022
Een tijdlang – eind jaren tachtig – was het werk van de filosofisch onderlegde literatuurwetenschapper René Girard erg populair. Hij had het over jaloezie, macht en zondebokken. In de literatuur van alle tijden ontdekte hij een mechanisme.
Vanwege Matthijs van N moet ik weer aan die Girard denken. Laat me wat preciezer wezen. Sinds meneer van N spookt regelmatig deze regel door mijn hoofd: Heden hosanna, morgen kruisig hem. En die regel bracht me dus bij Girard. Die las in de wereldliteratuur bij elkaar dat mensen begeren wat anderen begeren, dat dat leidt tot bewondering en navolging, maar ook tot jaloezie en strijd, waarbij de ooit bewonderde, die op een voetstuk werd geplaatst, geofferd moet worden.
Bij de hosannaregel gaat het natuurlijk over Jezus van N, maar voor Matthijs van N klopt ie ook. En ook voor mevrouw Khadija A en als je de boeken van Girard erbij haalt kom je op nog veel meer (literaire) beroemdheden. Van de week zag ik op tv Het Rampjaar 1672, de aflevering over de verschrikkelijke lynchpartij van de gebroeders De Wit, waarbij ook een belangrijke rol voor de domme massa was weggelegd. Alsjeblieft… hoed je voor de meute. Of die nu boos is of blij, altijd moet alles kapot. Of Marokko nu wint of verliest (of Feijenoord of Ajax of de Vroomshoopse Boys). Mensen laten hun scorende helden desnoods doodvallen om hun eigen hang naar destructie alle gelegenheid te geven.
Ergens heeft Girard het over prins Carnaval. Die mocht (en mag nog steeds) jaarlijks gedurende een korte tijd zijn potsierlijke scepter over de wereld zwaaien, maar een kleine week was wel genoeg. Dan werd de prins gedood en zijn lijk liet men afvoeren door dat in een riviertje te gooien.
Gelukkig was dit vooral een symbolische handeling, want in werkelijkheid was de in het water gesmeten prins een pop die de kleren van Prins Carnaval droeg. De persoon die een paar dagen mocht heersen had zijn gewone kloffie van schoenmaker of koster al weer aan.
Maar als de boel niet geritualiseerd wordt, zoals bij Prins Carnaval, dan maakt de meute je af. Liefst letterlijk, maar omdat dat onhandig is, vanwege mogelijke rechtsvervolging of om andere praktische redenen doen we het door te schelden, door geschminkt met eieren te gooien, door tekeer te gaan op Twitter of een andere asocicaal medium voor huis-, tuin- en keukenhooligans.
Natuurlijk weet ik niet precies hoe Matthijs van N zich gedragen heeft en van Khadija A weet ik dat ook niet. Daar zijn overigens weer andere bekende regels voor die je onmiddellijk te binnen schieten. Over rook en vuur bijvoorbeeld, en dat macht corrumpeert en zo.
Ik hoop maar dat men er een beetje uitkomt en dat deze mensen recht gedaan wordt: N en A, maar ook de mensen die zich slachtoffer weten.
Maar hoed je voor de massa, voor de mensen die gedreven worden door begeerte en jaloezie en die te dom en te bot zijn om op eigen benen te staan en die zich groot maken door anderen te kleineren of zich te verschuilen achter het masker van heel veel anderen of achter een digitaal vogeltje dat niet anders heeft leren zeggen dan twiettwiettwiet.
En nu hoor ik zowaar Nick Cave zingen: ‘People ain’t no good.’