Och Heden – 9 juni 2023

We deden er een hele dag over om van Frederikshaven naar Haderslev te komen. Dat was toen niet het doel van onze reis, bepaald niet. Het was wel de plaats vanwaar we liftend niet verder kwamen. Wel was er een camping en daar sjokten we heen.
De volgende ochtend pakten we de boel weer in om terug te gaan naar de doorgaande weg. Hopelijk zouden we nog eens in Nederland terechtkomen. Ik vertel hier het verhaal van Mente en mij. Het gaat over onze terugweg van onze vakantie in Noorwegen. Daarvoor moeten we net iets meer dan een half honderd jaar terug in de tijd.
Even leek deze dag bij Haderslev mooi te beginnen, want we stonden maar net langs de weg of er stopte een auto. We konden mee, maakte de chauffeur duidelijk, die blijkbaar geen woord over de Deense grens sprak, maar wel met enkele simpele gebaren wist duidelijk te maken wat daar wat hem betreft tegenover stond. Hij stak de duim van zijn rechterhand tussen zijn wijs- en middelvinger en met zijn andere hand wees hij naar Mente. Niet alleen wezen we deze lift verontwaardigd af, we besloten onmiddellijk om nooit en nooit meer samen te liften.
Een snelle rekensom leerde dat we vast wel een treinreis van hier naar huis konden betalen, al betekende dat wel dat bepaalde genoegens die ik me na thuiskomst meende te mogen veroorloven (boeken en platen) wel kon vergeten. Daar stond tegenover dat ik dan ook weer wat eerder klusjes voor mijn vader kon doen en die betaalde goed.
We sjouwden met onze veel te zware bagage (alleen die tent al ,van dik katoen, omgebouwd van enkel- tot dubbeldaks, met al zijn ijzeren stangen!) naar het station bij Haderslev. Daar regelden we de terugreis. We moesten nog wel een tijd wachten voor de trein kwam.
Er was niemand op het enige perron, behalve wij dan én een man een paar jaar ouder dan wij. Had de afgewezen chauffeur het op Mente voorzien, deze wilde zijn kwaadaardige gevoelens op mij botvieren. Hij haalde een stiletto tevoorschijn, schraapte er mee langs een ijzeren hek alsof hij het sleep en keek mij daarbij dreigend aan en hij kuchte.
Vervolgens begon hij zijn nagels met het mes schoon te maken. Telkens keek hij even naar mij en dan naar het mes, klikte met zijn tong en ging weer verder. Soms ook schoof hij wat meer onze kant op. We probeerden te doen of hij er niet was door met onze rug naar hem toe de gaan staan. Ik ging voor een ijzeren paal staan. Even later stond hij achter die paal en tikte daar tegen, ter hoogte van mijn nek.
*De komst van de trein die ons weg zou voeren werd op die manier een weergaloze verademing.
Wat heeft me ertoe gebracht om voor vannacht een kamer bij Haderslev te boeken? Dat het op onze route lag?
Hoe dan ook, we zijn weer in Haderslev. De grote weg is er niet. Ik heb nog geen station gezien en ook geen camping, maar dat hebben we nu ook allemaal niet nodig. Akelige mannetjes zijn we ook niet tegengekomen toen we zojuist even door het stadje liepen.
‘What brings you here?’ vraagt de zoon van onze B&B. ‘Herinneringen,’ zeg ik. ‘We hebben hier ooit als lifters op een camping gestaan.’
‘Ah, sweet memories.’
‘Yes, memories.’ Daar laat ik het bij.
* De foto toont een doorkijkje in Haderslev.