12 mei 2022

Ook mijn leven kent tijden van gewicht. De afgelopen dagen zijn wij bezig geweest om ons te heroriënteren op onze financiële situatie. Dat leverde gesprekken op met termen die in mijn woordenboek alleen met kleine letters voorkomen, woorden die ik nooit zelf in de mond zal nemen. Woorden van mensen uit een andere wereld. Zulke mensen spraken wij dan ook. Niet meer vis à vis met een weinig huiselijk kopje koffie, maar gewoon van de plaats waar ik nu zit. Hier dus en tegelijkertijd hier heel ver vandaan. De wereld van u en meneer en mevrouw.
Ik vond het jammer dat er geen dikke sigaar bij te pas kwam waar je eerst het cellofaantje van moet verwijderen en misschien zelfs nog een puntje van moet afknippen. Maar tijden veranderen. Ik rook al lang niet meer en sigaren waren nooit mijn ding, al heb ik na zijn dood wel de sigaren van mijn vader opgerookt. Een eerbetoon dat me definitief van de sigaren afhielp. Wel heb ik dat knippertje nog ergens liggen. Symbool van de wereld met grote mannen in het pak die ooit het kantoor van mijn vader bevolkten en bewolkten.
Het is een wereld die volledig contrasteert met die waarin ik vanmorgen naar Bunnik fietste, al had ik wel een colbertje aan en reed ik op een volstrekt klassieke, zwarte herenfiets. Ook daar hoorde ik trouwens helemaal niet thuis, tussen al die jonge mensen op vaak aftandse fietsen die blijkbaar doorgaans net iets te laat van huis waren gegaan, want ze trapten mij amechtig voorbij.
Weliswaar was het nog fris, maar wie fietst kan daar vrij makkelijk iets tegen doen en hoewel ik regelmatig werd ingehaald, had ik dan ook een aardig tempo. Fris dus, maar de lucht was na wat regen weer heerlijk schoon en blauw en de zon had er zin in. Nogmaals: ook dit was mijn wereld niet. Ik was immers geen student op weg naar college, maar oppasopa die een peuter ging ophalen. Voorbij alle zwaarte en volheid van betekenis. Toch voelde ik me bijzonder thuis op de wegen die naar de Uithof voerden en dat had vooral met de zon te maken en dan, nog specifieker, hoe die het haar van vrouwen met lang haar kon uitlichten. Er fietsten kapsels met vol en lang haar dat adembenemend glansde. Mooi lang haar lijkt een vanzelfsprekendheid, maar intussen weet ik beter. Ook die glorie kent haar tijd.
Ik heb Heel Holland Bakt niet gevolgd. Dat spijt me niet, maar toen ik maandagmorgen in de krant een fotootje en vooral de naam zag van de winnaar van dit seizoen, begreep ik dat het ging om een oud-leerling. Een jongen die van die prachtige donkere lokken had, niet zo lang als zijn zuster, maar fraai was het. Nu was hij weliswaar winnaar, maar ook was hij kaal, ik vermoed dat hij dat moedwillig was en dat er nog best wat haar op zijn schedel wilde groeien, als hij dat zou toelaten. Misschien ook niet. Hoe dan ook: ik heb de laatste uitzending van het programma nog even teruggekeken. En steeds weer miste ik dat haar.
Vanmorgen zag ik geen jongens met kapsels waar ook zonlicht plezier in heeft. De zon beperkte zich tot vier dames en dat was het wel. Toch genoeg om te weten dat die wereld, waarin ik me alleen maar waag met een eeuwig petje dat mijn natuurlijke tonsuur moet beschermen, meer mijn thuis is dan de belangrijke wereld van de getallen.