18 februari 2022

Het ziet er zelfs elegant uit. Het kleine kasje deed een stapje opzij om Eunice te laten passeren. Eunice is een grotere kas misschien op wie heel Holland heeft gewacht en nu ze er was, kwam ze ook langs de plek waar kasje Cathy stond in haar bescheiden achterhoekje.
Weliswaar stond ze daar tamelijk verdekt opgesteld, maar dan wel aan de verkeerde kant. Want Eunice kon een aanloop nemen om Cathy te groeten.
Misschien kon Eunice, ontroerd door de lieve Cathy, het niet laten om de kleine op te tillen, te knuffelen en dan weer op de grond te zetten. Heel even maar, want Eunice had haast. Daarom ook had ze niet in de gaten dat Cathy’s schoentjes nog klem zaten toen ze haar aan haar borst drukte. Daarom ook had ze niet in de gaten dat ze Cathy niet helemaal op de goede plek terug zette en ook niet dat ze dat net iets te hard deed. Nogmaals: Eunice moest door en dat deed ze.
Het ziet er elegant uit, maar er is toch sprake van een total loss. Je houdt hier hooguit nog een paar losse broeibakjes aan over.
Deze foto kwam even na zessen binnen. Je ziet dat er nog geen verhoogde bakken in het kasje stonden, maar wel stond het zaad klaar om binnenkort in te zaaien, vertelt de begeleidende tekst. Straks zou de kleine Cathy kunnen doen waarvoor ze bedoeld was.
Dat heeft ze niet mee mogen maken.
Afgelopen zomer, op zaterdag 19 juni om precies te zijn, hebben we Cathy in haar achterhoekje op de wereld gezet. We, dat zijn de psychotherapeut, de it-expert en ik. Het kasje was een geschenk voor de cultureel maatschappelijk werkster. Dat is toch heel wat: drie vrienden die een daglang in de weer zijn met een cadeautje voor jou. Kom daar eens om.
Daartoe waren de psychotherapeut en ik met een grote boog van Utrecht naar de Achterhoek gefietst en de dag daarna zouden we langs een andere meerdaagse boog terugkeren. Maar in het midden, als hoogtepunt van deze lange reis, was daar dus dat kasje. Een dag lang was ik in mijn element als echte Westlandse kassenbouwer.
De schoentjes staan er nog. We hebben ons indertijd strikt aan de bouwvoorschriften gehouden, waarbij gezegd moet worden dat de it-man het best in staat was om die foutloos te volgen. Maar op de foto kun je zien waarom het verkeerd ging. Het kasje stond los op het ijzeren fundament. De aluminium profielen vielen wel keurig over de ijzeren rand, maar verder ging de borging niet.
Ja, het is een hard gelag. ‘Ik ween om kasjes in de knop gebroken,’ zingt het in mij.
Natuurlijk kan ik dat relativeren door de glasschade van Westlandse tuinders te memoreren. Daar hoor je nu trouwens helemaal niet over. Misschien is dat ook wel verleden tijd en zijn die megakassen van nu veel stormbestendiger dan die van vijftig, zestig jaar geleden toen mijn vader na een storm overuren maakte om als verzekeringsman overal langs te gaan om de schade op te nemen of om schade-experts te regelen.
Een week of wat later ging hij dan bij een tuinder langs om de schade uit te keren. Hij begon met groot geld, maar eindigde altijd met briefjes van vijf of tien, die hij keurig uittelde op een omgekeerde groentekist. Vaak zei een tuinder vlak voordat mijn vader was uitgeteld: ‘Laat de rest maar zitten.’
‘Nou, nou, dankjewel, hoor. Ik kom nog eens langs.’ Gemiddeld hield hij aan zo’n schade-uitkering zeventig gulden over.
Cathy was waarschijnlijk niet verzekerd.