Och Heden – 22 mei 2023

Op 6 juni vond de uitvaart plaats van Wilma. Onderstaand stukje is van 22 mei. Zij vond het prima als het op de site zou komen, maar dan graag na 1 juni.
Nora werd gedoopt, samen met een meisje met wie ze in haar leven nog regelmatig op de foto zal komen, want de moeders zijn vanaf de luiers bevriend. Ze gaven alle twee geen kik en lieten het gedoe van doop en zalving blijmoedig over zich heen komen. Misschien heeft dat ook wel te maken met hun plaats in het gezin. Beiden zijn nummer drie en als ik zie met hoeveel levendigheid en aandacht en geknuffel Nora te maken krijgt van de kant van haar broers, dan begrijp ik dat ze van een paar druppeltjes water en wat voorzichtige aanrakingen van herderlijke handen niet van streek raakt.
Ik zat vooraan in de kerk en kon het allemaal goed zien. De blik van Nora hield me bezig. Zij bleef dominee Piet Jan maar in de ogen kijken, volgens mij tot zijn plezier. En dat niet eventjes. Het bleef zo. Nora beschikt daarbij over de peinzende blik die je meer bij baby’s tegenkomt, eentje die je tot bizarre veronderstellingen kan verleiden die erop neerkomen dat zij kijken met de blik van iemand die nog vertrouwd is met een hiervoormaals waaraan met de jaren elke herinnering verdwijnt. Onbevangen, jawel, maar vooral ondoorgrondelijk en peinzend. Voor een gekke bek of wat geluidjes wil Nora heus wel even toegeeflijk glimlachen, maar de aandachtige ernst overheerst.
Er gebeurde veel moois in de viering, maar er ontging me ook van alles. Zo heb ik onvoldoende gelet op de doop van Nora’s vriendinnetje in spé. Daarvan kan ik makkelijk de paar kleuters de schuld geven die de tafel beklommen waarop de schaal met doopwater stond, al wist vooral Markus me daarbij af te leiden. Het was geen, maar hevige interesse. Alleen kan zo’n tafel dat niet weten. Stel je toch eens voor dat ie omkukelt, dacht ik.
Gisteravond waren Mente en ik bij Wilma. Als ik terugkom van mijn fietstocht, zal ik voor haar zingen en voor haar lezen, dat heb ik beloofd, maar dan zullen we elkaar niet meer zien.
Alles aan Wilma is kleur en vrolijkheid. Haar kamer, haar kleding, haar blik. Zelfs haar boosheid en verontwaardiging zijn fleurig. Haar ogen houden een heldere lucht vast. Open ogen, een open blik. Kinderlijk en onbevangen.
Maar van een andere kinderlijkheid dan vanmorgen ik tegenkwam in de blik van de zes maanden oude Nora, met die ernstige aandacht, de suggestie van een weten waar ik me niets bij kan voorstellen. De ogen van Wilma zijn die van een vrouw die als een kind om zich heen kijkt en naar de toekomst kijkt. Misschien het verschil tussen kind zijn of weer kind kunnen worden. Is het dat?
Ik ben benieuwd hoe het verder gaat met de ogen van Nora. Hoop er nog vaak naar te kijken. De ogen van Wilma wil ik me graag herinneren. Heldere ogen, hemelsblauw. Ogen waar ik graag naar keek, doorheen keek, zo leek het.