02 september 2022
Voor een kop koffie mag ik wel langskomen en daarom stap ik op de fiets. Het is maar een klein eindje, maar lang genoeg om me te realiseren dat de vrouw naar wie ik onderweg ben net zo heet als mijn moeder. Toen die 93 was, woonde ze ook nog in haar eigen huis. Er zijn trouwens meer overeenkomsten.
Verschillen zijn er ook, zo is deze naamgenote van mijn moeder er in haar eigen huis veel wel veel kwieker aan toe.
Ze vindt het tijd om de wereld samen door te nemen. De krant houdt ze immers goed bij. In de letterlijke zin van het woord wordt haar contact met de wereld overigens wel steeds kleiner, want even naar de stad zit er voor haar niet meer in en al heeft ze nog enkele vriendinnen van de lagere school, veel verder dan telefonisch contact gaat het niet.
Ze loopt dagelijks nog naar het winkelcentrum. De grote inkoop regelt haar zoon, maar ze vindt altijd wel een reden om naar ’s lands grootgrutter te gaan, al is de belangrijkste toch wel het uitstapje zelf.
Wij hebben het dus over wereld, over tijden van toen en van nu en over geloof. De vanzelfsprekendheid om over dat laatste te praten is bezig te verdwijnen. Dat doet haar verdriet. Dat haar eigen kleinkinderen niet goed weten wat haar in het leven bezielt. Het geloof als een voortdurende bron van dankbaarheid, waarmee ze in haar leven meer in aanraking is gekomen dan dat het haar van huis uit is meegegeven.
De moeilijke jaren met de ziekte van haar man bleven draaglijk omdat ze zich gesteund wist door een kracht die groter is dan zijzelf. Ook zonder geloof zou die kracht er geweest zijn, denkt ze, maar nu kreeg haar vertrouwen een naam en een adres in God, die door Jezus zijn Vader wordt genoemd. En dat heeft het leven in jaren van wind mee en in tijden van tegenwind er beter op gemaakt.
Jammer als mensen dat niet ook kunnen ervaren. Je kunt het ook niet overbrengen. Voorleven? Ja. Het vertellen? Ook. Maar haar zoon zegt het allemaal niks meer, vertelt ze, en haar kleinkinderen kijken haar wat glazig aan. Wat jammer voor ze.
Over de duivel hebben we het ook, want je kunt je toch amper voorstellen dat Poetin van zichzelf zijn ideologie zo belangrijk kan vinden dat hij er zoveel mensen, groot en klein, aan wil blijven opofferen. Verstandsverbijstering? Zij noemt het duivels, dat is ook beter voor Poetin zelf.
En dan is er nog de vertaling van de meest primaire levensbehoeften in termen van geld. Dat zit haar ook dwars. Zo las ze vandaag dat het economisch gezien veel slimmer is om te investeren in dat wat goed is voor het milieu.
Daar wordt ze droevig van. Niet eens omdat het zo is. Maar vooral omdat dat bedoeld is als prikkel. Waarom moet het welzijn van de schepping nu ook al een produkt voor de markt worden? Nu zijn er allemaal grote bedrijven die zeggen dat je je energie via hen moet regelen of die elkaar beconcurreren omdat wat zij doen beter is voor het milieu dan wat anderen bieden. Zo heb je toch niet écht oog voor welzijn?
We laten het bij één kopje. Maar wel met een lekker koekje. Dat zijn nou dingen waarvoor ze graag naar het winkelcentrum gaat. Koekjes. Of schuursponsjes. Of bij de drogist haar eigen crème kopen.
‘Als ik naar huis loop, ben ik altijd fitter, dan op de heenweg.’