Och Heden – 15 juni 2023

We fietsten ook nog even naar Hirsthals, gisteren, om…. Ja, waarom eigenlijk? Hoe dan ook, we deden het. En we kochten er een T-shirtje voor Markus met een regenboog erop. Dat heeft hij namelijk voor zijn verjaardag gevraagd: spullen met regenboogkleuren. Hij wil ook een hardgekookt ei en een watermeloen, maar die zagen we niet zo gauw in Hirsthals.
In de winkel was het gevraagde shirt in alle maten voorradig, waarbij wel gezegd moet worden dat de naar ons idee geschiktste maat om een paspop zat. Die moest worden gedemonteerd.
Terwijl Mente nog even voor zichzelf verder keek, leverde het meisje dat ons hielp een klein gevecht met de linkerarm van de paspop. Omdat ik de dag daarvoor een jasje had gekocht en ook nog een nieuw portemonneetje van Mente kreeg, had ik al mijn rechten verspeeld, dus was het zinloos om voor mezelf te kijken naar een kek petje of een zonnige bloes. Daarom keek ik toe hoe de pop uiteindelijk met een regenboog-T-shirt, maar dan in een andere maat, weer in de etalage kwam te staan.
Daarna kon ik het meisje vragen wat wij absoluut nog moesten bezoeken of doen voor we het noorden van Jutland weer zouden verlaten. Zij vertelde hoe ze als kind onder de indruk was geweest van Rabjerg Mile Sand. Dat is een groot, kaal duingebied. ‘Zoals de Sahara,’ vertelde ze. Je moest wel wat klimmen door het mulle zand voor het prachtige uitzicht. Nee, ze was er zelf in geen jaren meer geweest, want zo gaat het met de dingen in je omgeving. Maar ze moest er beslist weer eens heen, realiseerde ze zich nu. Verder moesten we in de late avond naar
het strand van Tornby voor de zonsondergang. En wat we vooral niet moesten overslaan: een bezoek aan het Tversted Bla Ishus. Daar heb je heerlijk ijs, waarvan ze vooral het blauwe en gele ijs kon aanbevelen en er moest vooral wat ‘guf’ bovenop.
‘En moet ik dat allemaal zomaar onthouden?’ Nee, natuurlijk niet. Ze pakte een blaadje en schreef alles op wat ik zojuist voor dit stukje heb overgenomen.
Het meisje was linkshandig en ze hield haar pen in haar vuist alsof het de steel van een hamer was, of een beiteltje waarmee ze iets in steen probeerde graveren. Maar er verschenen kloeke, goed leesbare letters op het papier. Van de drie kledingstukken die Mente had uitgekozen, mochten er twee in een rugzakje, het briefje schoof ik in mijn broekzak en daarna aten we nog softijs dat we kochten in een kioskje tegenover de winkel. Zo waren we toch niet voor niets naar Hirsthals gefietst.
Ik rekende erop dat het briefje thuis ongelezen bij het oud papier zou komen. Want wij houden niet van ’s avonds laat en voor een ijsje fietsen we echt niet tien kilometer om en waarom zouden we moeizaam door mul zand gaan banjeren?
Dat laatste hebben we vandaag toch gedaan en ik kan je vertellen dat het een gouden tip was. Ik heb het wel eens eerder gezegd misschien en in ieder geval vaak gedacht: de duinen zijn mijn element. Zee, strand, allemaal prachtig, onmisbaar, maar vooral de niksheid van de duinen zijn weergaloos. ‘Dat klimmen, zou jij niks vinden,’ mompelde ik tegen mijn afwezige vriend Gerard die in het Haagse vrijwel dagelijks wel even in de duinen te vinden is, ‘ Echt jongen, je zou het hier fantastisch vinden.’ Gelukkig heb ik wat foto’s voor hem.