Och Heden – 14 juli 2023

Ik onderbreek mijn ellendige bezigheden door het niet over boeken te hebben. Enkele stapels boeken vragen al te lang om een plaats in een boekenkast, maar daarvoor moeten andere boeken wijken. Daar ben ik nu mee bezig en dat is een pijnlijke aangelegenheid. Daarom is het tijd voor een zwemdiploma.
Vorige week, we moeten er wel even voor terug dus, behaalde Lukas zijn b-diploma. Dat is ook voor zijn grootvader een triomf, want die gaat al jaren regelmatig als vaste begeleider met hem mee. Denk niet dat er door dat diploma een einde komt aan een wekelijkse gang naar het zwembad. Lukas wil namelijk door met zijn c, waarschijnlijk niet eens omdat hij zo’n fanatieke zwemmer is, maar vooral omdat c meer is dan b. Zo’n jongetje is het wel. Feitelijk doet dat er niet eens toe. Markus, het jongere broertje van Lukas, zit sinds een maand of twee ook op zwemles, in een ander deel van het bad, maar wel op dezelfde tijd. Dus ik begeleid momenteel twee jochies voor de prijs van een. Over een paar maanden is het alleen Markus nog die naar zwemles moet . Intussen hebben we genoeg van Markus gezien om te weten dat we daar nog wel een paar jaar mee bezig zullen zijn. Bij het afzwemmen waren ook al die kindertjes present met wie Lukas zijn lessen volgde, dus die ken ik zo langzamerhand ook wel. Tess was er niet bij; die was de dag daarvoor al met vakantie gegaan. Maar Noah bijvoorbeeld weer wel. Lukas is een blijmoedige zwemmer die graag met anderen praat en ook wel makkelijk wegdroomt. Noah is heel anders. Die is
serieus, een en al aandacht voor wat er op dat moment van haar verlangd wordt. Als Lukas onder een mat door moet zwemmen, kan het gebeuren dat hij daar overheen klimt, gewoon, omdat hij er even met zijn kop niet bij is. Zoiets zal Noah niet overkomen. Die doet heel keurig en toegewijd wat er van haar verwacht wordt.
Maar bij het examen ging het mis. Toen zij onder de mat door moest, hield ze stil. Natuurlijk bleef ze wel trappelen, maar ze ging niet meer voor- of achteruit en kopje onder ging ze al helemaal niet. Ik zat naast de ouders en grootouders van Noah, omdat de wereld heel klein is en ik deze mensen al jaren ken. Noah keek vertwijfeld hun kant op. De ouders en even later ook de grootouders hielden een omlaag gehouden wijsvinger boven hun hoofd en bewogen die heen en weer. ‘Duiken,’ riep eerst pa en riepen vervolgens ook de anderen. ‘Waarom helpen ze zo’n kind nou toch niet even,’ mopperde de naast mij gezeten opa. Ik zweeg, want die ‘ze’, de mensen van het zwembad, deden juist hun uiterste best om Noah zover te krijgen dat ze onder de mat zou duiken. Er kwamen hulptroepen aangezwommen en men bleef daar in het water heel kalm. Dat leek mij ook het beste. Op de tribune ging het dwingende aanmoedigen door. Ik voelde de wanhoop van de ouders, maar ook die van een Noah die het altijd zo goed deed, maar nu ineens blokkeerde.
Totdat pa opsprong en heel hard ‘duik’ riep. Ineens schoot Noah weg en toen ze even later, aan de andere kant van de mat weer bovenkwam, barstte er in het hele zwembad een luid applaus los. Een bevrijde Noah zwom en dook verder. Als een klein dolfijntje. Daar moest ik aan denken vanwege het staartje bovenop haar hoofd.
Die boeken? Eerst even naar de Maarsseveense Plas. Zwembroek testen.