13 september 2022
Die opsekopse vlaggen zitten me behoorlijk dwars. Zodra ik de stad uit ga, kom ik ze tegen.
Eergisteren reed ik een rondje tussen Lopikerkapel en Schoonhoven en overal kwam ik ze tegen. Ook als meterslange spandoeken in die kleuren.
Nee, dat rondje langs de Lek was geen succes. Mijn hoofd was aan een verzetje toe en dan doet een eindje trappen wonderen. Maar dat is niet meer zo. Ik word alleen maar mismoediger bij het fietsen. Ook mijn vaste rit langs Vecht en Noorderpark trekt me minder. Waarom verlammen die vlaggen me zo? Ik kan me niet herinneren ooit iets tegen boeren gehad te hebben.
Wel vraag ik me al 52 jaar lang af waarom we zo weinig doen met de alarmklokken die er over de natuur worden geluid. Vanaf 1970 (in feite al veel eerder) weten we dat we echt iets moeten doen. En in de jaren zeventig leek dat ook te gebeuren. Er kwam iets op gang dat toen al te traag ging. De rector liep langs om in lokalen lichten uit te doen. Er was iets met trui en thermostaat. We maakten uitstapjes naar boerderijen waar men de natuur gebruikte en niet alleen maar exploiteerde. We stapten over op gerecycled papier, waarover we later zo lacherig deden. In de kerk was het een en al versobering, op het tuttige af. We zorgden ervoor dat we textiel gebruikten die niet eindeloos was voorbehandeld.
Nogmaals, het ging langzaam, maar er gebeurde iets. We gingen op weg, maar met een grote bocht zijn we uiteindelijk weer verder gereden op de brede weg van de consumptie. Toch zwegen de feiten nog steeds niet. We wisten wat er aan de hand was, maar we lieten de dag van morgen het zicht op die van overmorgen benemen. Iedereen. Iedereen en iedereen. Ook de overheid. Niet alleen Henk Bleker.
In Den Haag ging het directe schijnbelang van morgen telkens weer boven de onmetelijke dreiging van de dagen daarna. En dat gebeurde jaren lang. En iedereen wist dat!
Er is alle reden om het hele Binnenhof met een brevet van onvermogen naar huis te sturen. Die reden is er al tien, al veertig of vijftig jaar. Was het trouwens maar alleen een Nederlands probleem.
Van die ongemakkelijke waarheid zijn intussen al zoveel films gemaakt. Ja toch?
Jaar in jaar uit hebben we een overheid laten doen wat voor de lange termijn niet goed is. Daarom moet er nu niemand ineens verontwaardigd op z’n kop gaan staan, of een vlag ondersteboven ophangen en halve waarheden gaan staan roepen. Nu eindelijk eens begonnen wordt om aan ons collectieve wangedrag consequenties te gaan verbinden.
Die vlaggen lossen niets op en ik vind ze niet eerlijk. Misschien zijn die omgekeerde vlaggen, die symbolen van ressentiment en haat, van verwijt, niets ander dan een projectie van ons eigen zelfverwijt.
De eerste zonde had te maken met de vrucht van het directe eigenbelang. Dat had consequenties en zo volgde op de eerste onmiddellijk de tweede zonde: als Adam wordt aangesproken op het slechte beheer van de schepping (niet álles voor jezelf willen hebben), dan wijst hij direct naar een ander. Die ander zat inderdaad fout, maar dat zat Adam net zo goed.
Die vlaggen zijn de vinger van Adam. Wij, de een op een trekker, de ander op een fietsje, hebben onszelf genoeg te verwijten, maar we wijzen vooral naar de ander. Dat schiet niet op.
We zullen het toch van elkaar moeten hebben om uit de shit en de stikstof te komen en ons hoofd boven water te houden.