1 juni 2024
Een paar keer per week fiets ik langs kasteel Oud-Zuilen. Dat intussen jaar of dertig. In het licht van wat je je bij een kasteel voorstelt is dat drie keer niks, maar vandaag denk ik daar met enige schaamte toch anders over. Ik ben daar namelijk nooit verder gekomen dan de drempel. De tuin bezocht ik verschillende keren; het koetshuis ook, vanwege de catering.
We waren er nog op tweede pinksterdag, Mente en ik, toen het weer wat ons betreft eigenlijk te mooi was om na iets lekkers en een royale slenterpartij door de kasteeltuin ook nog eens het gebouw te gaan bekijken.
Het Schotse Cawdor kende ik niet, maar we gingen er heen vanwege de prettige kasteeltuinen eromheen. We dwaalden er een paar uur rond en hier, omdat het niet voor de hand lag dat we er morgen of volgende week toch langs fietsen en dan altijd nog kunnen besluiten om er even naar binnen te wippen, gingen terwijl alles buiten ons zo meezat: het weer, de tijd van het jaar en de verzorging en de diversiteit van de tuin. Wist jij bijvoorbeeld dat er ook blauwe klaprozen zijn. Om maar iets te noemen.
Het kasteel is in de loop van de 650 jaar dat het bestaat behoorlijk uitgebreid en aangepast. Het bleef altijd bewoond. Door 23 generaties van eenzelfde familie Campbell die nu ook Cawdor mogen heten. Pas sinds een jaar of twintig zit er een beetje de klad in die bewoning. Dat heeft ook te maken met wrijving tussen de tweede vrouw van Hugh Cawdor en haar stiefzoon, die wel als lord of Cawdor en graaf Campbell door het leven gaat. Gedoe dus. Het betekent wel dat je vooral een inrichting van honderd jaar geleden ziet. Met comfortabele maar wat
stoffige fauteuils. Maar wat een gobelins en prachtige hemelbedden. Geweren waar ik wat moe van word, zijn er ook. Veel gravures, maar er hangt even vrolijk eigentijdse kunst tussen. Zonder bordje natuurlijk. Zoals het hoort, al had ik van dit of dat werk wel de naam van de maker willen weten.
Twee verhaaltjes die niet kloppen tot besluit. Shakespeare geeft het kasteel een rol in zijn Macbeth. Omdat het toneelstuk zich rond 1100 afspeelt, is hier sprake van een anachronisme, van een verzinsel. Nu heb ik zo links en rechts zitten googelen en het valt me dat dit verhaal in elke bron verteld wordt. Dat het niet waar is dus. Vreemd genoeg wordt het daarmee toch een waarheid. Cawdor Castle, is dat niet dat kasteel van Shakespeare? Inderdaad, dat is het kasteel dat wel in Macbeth voorkomt, maar er niet in thuishoort.
In het oudste deel van het kasteel staat midden in de zaal, de stam van een van oudsher niet al te aanzienlijke boom. Een meidoorn. Ooit woonde er een heer van Cawdor in de omgeving van het gelijknamige dorp. Zijn behuizing voldeed niet langer. Hij zocht een nieuwe plek voor een versterkte woning. Daarom zette hij een kist met goud op de rug van een ezel en stuurde het beest op pad. Waar het beest die avond zou gaan liggen om er de nacht door te brengen, daar zou het geld van de kist geïnvesteerd worden in de bouw van de nieuwe woonstee. En zo ging het: die avond ging de ezel door de knieën bij de meidoorn en de rest is geschiedenis. Het is een bekend verhaal. Vaak begint men de bouw van een kasteel of kerk op de plek die door de Voorzienigheid met behulp van een dier werd aangewezen. Een paar runderen, paarden. Over de stichting van de kerk van Nijland, tussen Bolsward en Sneek, gaat ook zo’n verhaal.
Waaruit maar weer blijkt dat verzonnen feiten de belangrijkste zijn. Om nog een op de meidoorn terug te komen. Dat is geen meidoorn. Het is de stam van hulst. Datering 1350. Dat dan weer wel.