Och Heden – 9 februari 2023

Er zit nogal wat onrust in mijn lijf. Ik zal je daar nu verder niet mee lastig vallen, al was het maar omdat ook jij het nieuws volgt. Waaruit maar weer blijkt dat ik niet de enige ben met onrust en jij waarschijnlijk ook niet.
De kiwi’s maken mij rustig en vormen een klein geluk in mijn bestaan. Waar ik ze precies kocht, weet ik niet meer, ergens onderweg op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland en daarvoor moeten we terug naar het najaar van 2019.
We hebben het hier over met een figuurzaag uit zacht hout gezaagde kiwi’s waarvan het de bedoeling is dat je ze op ingenieuze wijze op elkaar stapelt zodat ze een torentje vormen. Bij de kiwi’s was ook een blad met allerlei voorbeelden. Je kunt het jezelf bij het stapelen makkelijk maken, maar ook heel moeilijk. Zelf maak ik geen gebruik van de voorbeelden, maar bouw ik telkens een ander torentje.
Hier in huis kwamen de kiwi’s op een buffetje in de kamer te staan. Dat leek me wel een mooie plek voor ze. We hebben het over een laag kastje met laatjes en met twee deurtjes. De laatjes krijgen een paar keer per dag bezoek, ze klemmen een beetje en achter de deurtjes bevindt zich kinderspeelgoed. Je begrijpt dat het torentje regelmatig instort.
Daar dragen kleinkinderen aan bij, per ongeluk, maar vaker expres. Ze zullen er niet moedwillig een klap tegenaan geven, al was het maar omdat ze allemaal natuurlijk wel eens geprobeerd hebben om zelf een torentje van de kiwi’s te bouwen en daarbij ontdekten dat dat lastiger is dan je denkt.
Bovendien is er al twee keer een snavel afgebroken, want het hout is licht en bijzonder zacht.
Het komt er op neer dat ik nu een paar keer per week even bezig ben met de vogelsculptuur.
Met een minuut, misschien twee minuten, staat er dan wel weer wat. Het is een aangename bezigheid: ‘Zen of de kunst van de kiwi’s’.
Toch hebben we de kiwi’s verhuisd naar de vensterbank. Daar trilt en schokt het wat minder dan op het buffetje en zo lopen de kiwi’s minder gevaar om spontaan te vallen, want dat dat een hachelijke zaak is, dat weten de kleinkinderen nu wel. Maar ze kunnen het niet laten om opnieuw te proberen er een mooie stapel van te maken.
Behalve Markus. Die stapt bij elk bezoek resoluut op de kiwi’s af en legt ze vervolgens naast elkaar. Dat is werkverschaffing.
Niet voor mij, maar voor zijn broertje Lukas. Want hij is de enige die het lukt om er vrij snel weer een torentje van te bakken. Net als ik wil hij iedere keer weer een ander.
Dat bouwen binnen 120 seconden is een prettige aangelegenheid. Een ritueel waar ik rustig van word. Maar dat gebeurt ook als ik zie hoe Lukas zich van de wereld en haar gedoe lijkt af te wenden als het de losse kiwifiguurtjes ziet liggen. Hij trekt zich terug in zijn eigen cocon van stille aandacht om dat wat in stukken voor hem ligt tot grote hoogte op te richten, want dat willen we het liefst: een hoog torentje. Het wankele evenwicht nemen we daarbij op de koop toe.
Het is zelfs nog leuker om Lukas ermee bezig te zien dan zelf een kiwibouwsel op te trekken.
Je hebt brekers in deze wereld en je hebt bouwers. Lukas en ik zijn bouwers.