15 maart 2024
In het Berlijnse Jüdisches Museum lopen de gangen hellend op en af, van voor naar achter en van links naar rechts. Niet erg, maar voldoende om je een beetje uit balans te brengen. Dat maakt je gevoelig voor een grotendeels bekende geschiedenis die hier verteld wordt. Het is een mooi, ruim opgezet museum. Ik heb het al heel vaak gehoord, nu ervaar ik het zelf.
In het museum kom je deze maanden ook een onbekend stukje geschiedenis tegen, over het Onderwater Cabaret, het OWC. Dat bestaat uit een bijna honderdtal kleine tijdschriftjes met het formaat van een ansichtkaart. Meestal telt een uitgave een bladzij of zestien. Elke aflevering bestaat uit een collage gemaakt met foto’s uit kranten en tijdschriften, vaak met de kop van Hitler of een andere naziboef, of het hoofd van een westerse regeringsleider. Er zijn krantenartikelen in opgenomen, maar ook interviews die de maker van het tijdschrift hield met een in en vanwege de oorlog belangrijk personage, verzonnen gesprekken uiteraard.
Het belangrijkst zijn wel de liederen of gedichten in die blaadjes. Ze zijn in het Duits of in het Nederlands geschreven. Het zijn er opgeteld wel 500, allemaal geschreven in de periode van 1943 tot 1945 en allemaal door één man, die verantwoordelijk is voor de vervaardiging van het hele blad en de complete reeks, Curt Bloch. Wekelijks knutselde hij op zijn Enschedese onderduikadres zijn blaadjes in elkaar en zorgde hij voor een kleine oplage. Ik vond het zeer indrukwekkend.
Het werk past helemaal in de lijn van het politieke Weimarcabaret van de jaren twintig en dertig: kritisch, politiek geëngageerd, geestig, gevoelig, direct, scherp en gebruik van simpele middelen. Dat past natuurlijk bij een man die opgroeide in de jaren twintig en dertig van het toenmalige Duitsland.
In de jaren dertig vluchtte de familie Bloch naar Nederland, waar Max als enige van zijn familie de oorlog overleefde. Hij overleed in New York, op 57-jarige leeftijd. Pas sinds kort komt zijn ondergrondse eenmansactie onder de aandacht. Ik zie dat er een fraaie website aan hem is gewijd: https://curt-bloch.com/nl/. En er is natuurlijk die tentoonstelling in het het Jüdisches Museum.
Hier een van zijn versjes: Novemberkind Ik ben geboren, weet u, In de novembermaand, Dus ben de revolutie Van harte toegedaan. Op mijn geboortedatum Is zo vaak iets gebeurd, Dan is het logisch dat het Mij heeft geïnfecteerd. De negende november: Een interessante dag! Een beetje usurpator Slaat daarom dan zijn slag. Catilina deed het En ook Napoleon, En zo werd deze datum Geleidelijk aan bon ton. November 1918, De negende van die maand, Werd Duitsland republiek, Maar hoogstens zogenaamd. Want de manier van denken Die bleef onaangetast. Dat heeft de Duitsers spoedig De ondergang gebracht. Op die dag vijf jaar later, In de novembernacht, Was ’t Hitler die zijn eerste Greep deed naar de macht. Dat werd toen een fiasco, Die poging tot een coup, Maar later kwam ’t in orde, En dat is erg genoeg. November ‘38 Gedenken wij met pijn: Men schond de synagogen, Sloeg alles kort en klein. Het jaar daarop in München Vond in het Brauhaus daar Een aanslag plaats op Hitler, ’t Was tevergeefs helaas. Heb je op deze datum Het levenslicht aanschouwd, Dan ben je onwillekeurig ‘Politisch angehaucht’. Ik voel mee met de massa, Begrijp heel goed haar nood, Mijn politieke kleur is Dan ook behoorlijk rood. Dus ook al heb ik zorgen, Mijn hoop is niettemin Nog steeds de dag van morgen, ‘k Ben een novemberkind. Vertaling: Jaap van Vredendaal
Zojuist namen zoon Jaap en ik de dag nog even door. Daarbij bleef ik vooral hangen in het programma na de lunch toen we de Gemälde Galerie bezochten, een feest dat makkelijk een paar weken achtereen kan duren. ‘Je bent die hele Curt Bloch blijkbaar al vergeten,’ zei Jaap. Kijk, dat mag natuurlijk niet. Vandaar dit stukje. En ga vooral eens naar die site van Bloch. Ga er maar een uurtje voor zitten.