Ga naar de inhoud

Een zachte berm

Len Borgdorff schrijft en fotografeert

Menu
  • Home
  • Nieuws!
  • Gedichten
    • Gedichten voor de ‘Kerst’
  • Foto’s
  • Och heden
  • Iets anders
  • Tijdens de wandeling
  • Links
Menu

Cash

Gepubliceerd op 20/03/2022 door Len Borgdorff

19 maart 2022

Terug uit Friesland van de uitvaart van Agatha, zo vlak voor het eten, pakte ik mijn kartonnen qr-bus van Amnesty International nog maar even om een paar huizen langs te gaan.

Dat had ik beter niet kunnen doen. Het zou veel beter geweest zijn als ik voor het raam was gaan staan om naar het water aan de overkant te kijken. Nu hebben we hier helemaal geen water aan de overkant, desondanks zou het beter zijn geweest als ik dat had gedaan.

In plaats daarvan liep ik weer met die nepbus langs de huizen. Bij het eerste werd niets gegeven, bij twee was niemand thuis. Bij drie aarzelde ik. Mevrouw Knoester weet van wanten, maar zij is wel een eind in de negentig. Moest ik die lastig vallen met deze nieuwigheid? Ik deed het toch maar en belde aan.

Er werd opengedaan door haar predikant. Ik had het kunnen weten, want zijn fiets stond op het tuinpad. Dat weet ik allemaal omdat hij ook mijn predikant is en we wel eens samen ergens heen fietsen, naar een vergadering of zo. Ik had die fiets kunnen herkennen als ik überhaupt aandacht aan het ding besteed had.

Ik vertelde hem het doel van mijn komst en maakte hem attent op de bus die alleen maar digitaal voedsel verwerkt. Even later hoorde ik hem het verhaal vertellen aan mevrouw Knoester en ik begreep dat zij er niets van zou begrijpen. Hij maakte het verhaal niet eens af maar zei dat ik zelf wel even binnen zou komen. Je begrijpt dat ik geen wildvreemde ben voor mevrouw Knoester.

Ze was intussen al aan het rondscharrelen gegaan en had allerlei papiergeld voor zich op schoot uitgestald en ook op de armleuningen van haar stoeltje. Ik had niet aan moeten bellen, mijn taxatievermogen was aangetast.

Ik had naar een rivier moeten gaan staan kijken. Ook al was er geen rivier. Ik wist dat toch!

‘Heb je geld terug?’ vroeg ze.

Zie je wel dat ze het niet begrepen had.

Misschien viel dat trouwens wel mee, drong langzaam tot me door.

‘Als je een tientje terug hebt, dan kan ik je twintig euro meegeven.’ Ze hield een biljetje omhoog alsof ze me daarmee wilde verleiden om alsnog met een tientje wisselgeld te komen.

‘Weet u wat. Ik kom volgend jaar weer langs en dan met een bus waarin ook gewoon geld kan en dan zal ik vertellen dat u ook nog voor dit jaar zou betalen.’

Ze negeerde mijn opmerking.

Dit alles gebeurde onder het toeziend oog van de predikant, die graag ter wille was geweest, maar ook hij had geen los geld meer op zak.

Uiteindelijk plukte ze toch nog een briefje van vijf uit de hoek van haar portemonnee, anders dan de andere biljetten was dit een oud verfrommeld ding. Ze keek er met afgrijzen naar en zei: ‘Anders heb ik alleen dit.’

‘Maar dat is toch prachtig!’ Ik zei het misschien iets te gretig. ‘Dan zal ik straks namens u met mijn mobieltje betalen.’ Ik had mijn eigen mobieltje thuis laten liggen. Ook dat nog.

En zo kwam het nog goed, al ging toch maar liever naar huis terug. Daar kwam ik mijn belofte na en ben ik voor het raam gaan staan om wat verwezen naar het water te staren van de rivier die er niet was.

Zomaar wat plaatjes …

  • Contact
  • Privacy
© 2023 Een zachte berm | Aangedreven door Superbs Persoonlijk blog thema