31 december 2021 |
![]() Gisteren gooide ik een foto weg. Het is een foto van niks en dat wist ik ook toen ik hem maakte. Ik kan hem wel beschrijven, al wordt het daar geen betere foto van. Laat ik beginnen met het licht. Dat is vaal, onbeduidend, grauw. Van beneden naar boven heb je eerst een laag morsig groen met daarop verspreid over de volle breedte schapen, geen dieren om een naam te geven of te herkennen. Ondanks verschillen in kleur zijn het niet meer dan over groen uitgeworpen stippen. Schaapvormige stippen, dat wel. Dan komt er een wat smallere rand van bebouwing en boom en dan een vale wolkenlucht. Die beslaat een 70% van de foto. Dat is het. Nou ja, niet helemaal, want in die lucht zie je een zwerm vogels. Onopvallend en niet in een prachtige formatie. Niet de fraaie V’s die ganzen in de lucht kunnen snijden, niet de fraaie cirkels die spreeuwen kunnen trekken en draaien en ook niet het geglinster van een wolk meeuwen die heel even, wanneer het licht er mooi op valt, voor gevederd vuurwerk kunnen spelen. Niets daarvan. Het is een onbestemd wolkje al even onbestemde vogels. Verderop in de rand die grasland scheidt van lucht, dus bij de paar boerderijen en die bomen lopen onzichtbaar op de foto mensen rond en tussen de bomen zijn allerhande mezen en vinken doende. Aan de andere kant van het weiland sta ik. Met mijn camera. En ik kijk naar de schapen die geen belangstelling tonen voor elkaar en alleen maar grazen. Vol overgave, allemaal. Nergens is een schaap gaan liggen. Nergens is er eentje even onderweg naar een andere plek in het onmetelijke groen. Ze grazen. Al hun andere functies zijn uitgezet. Ik sta tussen bomen zoals je die ook aan de overkant kunt zien. Daarom weet ik van die vinken en mezen die even opschrokken toen er iemand passeerde maar zich daar even later al niets meer van aantrekken, er geen weet meer van hebben. Die onbestemde vogels in de lucht zijn ganzen. En er was vast en zeker een reden voor ze om als een dwarrelende wolk in de lucht te hangen. Er gebeurde in ieder geval iets, ik weet niet wat, en daarom bleef ik stilstaan, om naar de vogels te kijken die bezig waren met iets. En toen keek ik naar de schapen die geen weet hadden van de vogels boven ze. Aat was al doorgelopen. Hij stond even verderop stil bij een struikje waar hij vast en zeker een vogeltje zag. De man met de hond die Liz heette was intussen doorgelopen. Hij was een paar honderd meter Dritte im Bunde geweest tijdens onze wandeling. Eerst om te vertellen dat zijn hond niets deed en later om te zeggen dat hij wel achter ganzen en zwanen aan ging. Het was stil en met het licht wilde het niet meer helemaal lukken. Maar het was een mooie dag, waarin het leven deed waarin het goed was. Waarin de bomen rustten, ganzen samen in de lucht hingen en schapen graasden. Aan de overkant zochten vogeltjes voedsel in de okseltjes van twijgen. Er waren daar mensen zoals hier, die een kruiwagen voortrolden misschien, achter de computer een bedrag overmaakten of die net als ik hier naar dat onopvallende wolkje vogels in de lucht keken. Een land van vrede en onopgemerkt geluk. Daarom maakte ik daarvan een foto om weg te gooien, alsof het een jaar was dat je gauw vergeet. En nu haal ik de foto uit de prullenbak en schrijf ik dit. |