9 maart 2025

Versagen of dispereren? Wij? Geenszins. Wij vielen de stad gistermorgen aan in de wetenschap dat de stad juist vriendelijk en mooi moest zijn en daarbij was het weer op deze eerste zaterdag in maart buitengewoon. Wij liepen om de voet van de heuvel waaruit, zo lijkt het, het machtige kasteelcomplex tevoorschijn werd geperst om vervolgens de stollen. Die ronding begon met een wandeling langs graven, alsof dood de bodem is van alle leven. Vreemd genoeg heeft het iets vredigs, idyllisch. De kerkhoven in het centrum van de stad zijn een belangrijk tegenwicht voor de onrust waarmee wij ons leven handen en voeten menen te moeten geven.
Natuurlijk kwamen we als vanzelf in toeristisch gedruis terecht. Er waren vooral veel supporters op de been van de twee rugbyteams die het zaterdagavond in het stadion van Murrayfield tegen elkaar op zouden nemen. Veel mensen, veel volle terrassen, veel vlaggen en een bescheiden uitdossing.
Het kasteel moest nog maar even wachten; eerst die Royal Mile, die begint bij The Castle en eindigt bij The Palace of Holyroodhouse, de heilige roede, oftewel: het heilige kruis.
We bleven staan kijken bij jongemannen die wilden laten zijn dat zij als supporters niet alleen de rugbysport waren toegedaan, maar er ook zelf wel iets van wisten te bakken. Er waren de doedelzakken en soms met allerlei slagwerk. Er was veel tweed, zelfs wollen schoenen. Maar er was ook de prachtige kerk van St Giles. Daar stond ooit John Knox
op de kansel, een zestiende kerkhervormer en ketellapper van wie Mentes opa, P de Zeeuw Jgzn, ooit een biografie schreef, een jeugdboek. Bij een herdruk daarvan verzorgden wij nog een redactieronde en zo werd ook deze Knox een beetje familie. Toch was het niet deze illustere voorganger, die schuin tegenover de kerk een pand bewoonde dat nu nog John Knoxhouse heet, waarom wij de volgende dag opnieuw naar de St Giles gingen. Dat was vanwege de zondag en dit oude gebouw vroeg om een bezoek aan de zondagse dienst. Natuurlijk ging het tijdens de dienst ook over de Oekraïne en over Trump. En terecht, maar de oude stenen waartussen wij op fraaie, moderne stoelen zaten misten hun troostrijke uitwerking niet. Er is veel verbouwd aan de kerk in de loop der eeuwen, maar de ingetogen grandeur en de troost van de tijd zijn de boventoon blijven voeren. Dat maakte Trump kleiner vond ik, een irritante wolk zand.De oude stenen van de barmhartigheid zouden het langer volhouden.
En dan was er, vanmorgen dus de prachtige kerkmuziek. En zo verder en zo voorts.
Er is aan die Royal Mile ook een museumpje waarin vertrekken van de gewone mensen hier vroeger leefden zijn gereconstrueerd, deze historische jannen met de petten, of jansjes met een kapjes tref je er als aangeklede paspoppen aan. Beetje oubollig, maar een prettig museumpje dat het op geen stukken na haalt bij de schilderijen in de National Gallery. Maar toch. Die Gallery deden we vandaag.
Ons hotel ligt op een half uurtje bussen van het centrum. Toen we gistermiddag met de bus huiswaarts keerden, liepen de supporters bij duizenden naar het stadion. Het was een vrolijk gezicht. Vandaag troffen we nog een enkele rugbyliefhebber aan bij het ontbijt in het hotel en onderweg naar de stad zagen we nog twee of drie Welshmen met een rolkoffertje.